Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 188] [p. 188] De rivier Goudgele zandbanken met door de vloed ontwortelde boomreuzen, krokodillen slapende aan de oever, overal groene gordijnen van het evenaarswoud. Hier op het ritme van de lange trommen glijden door kathedralen loof en hout, denken aan lotosbloemen en gazellen, woudantilopen dromen; enkelbellen, ivoren horens horen en muziek uit holle kalebassen van ver weg. Zwanger en zwaar ademt het oerbegin onder een onbarmhartig schelle toorts. Het paradijs is maar een angel diep: tussen mijn huid, tseetsee en gele koorts. Vorige Volgende