Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 181] [p. 181] De schelp Een paarlemoeren hoorn door wind en golven met wrakhout aangespoeld bij hoge vloed, de windingen nog onder wier bedolven, maar uit haar open mond een rode gloed. Van welke kust? Ik neem haar in de hand, voel de structuur van ribben en spiralen; nu komen al de vroegere verhalen, ik sta weer op een ver en bloedheet strand. Ik heb haar aan mijn oor gelegd en zacht zongen in haar de warme groene stromen der Stille Zuidzee; zo, voor mij gekomen, heeft zij mijn dromen weer naar huis gebracht. Vaarwel, thee fiets en televisievromen, ik embarkeer nog deze zelfde nacht. Vorige Volgende