Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Vaarwel? Vaarwel en nog eens vaarwel aan de andere en aan mijzelf, want beiden blijven wij achter, wie gaat of wie op ons wacht: een vogel over de schemer, een vleermuis onder de nacht. Blijven en trekken is eender, de eenzaamheid bouwt haar nest binnen het onuitroeibaar zwerfhart in oost en west. De bomen zuchten in Bussum: Mombasa, Monrovia. Wij ontlopen ik weet het niet wat, en wij vluchten het na. Vorige Volgende