Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 158] [p. 158] Solitair Vorst in het oerwoud tijger ik mijn gang, sluipvoets doch trots tussen geschrei van apen. Ik ken de koninklijke bloei der orchideeën; de nevelpanter vlucht van kruin tot kruin. Nader mij niet, ik zoek een kostbaar prooi: een bloedig hart, een klophart, aderhart. verhongerd moet ik straks het eigen hart verslinden. Stervensgewond, maar onder triomfaal gehuil. Vorige Volgende