Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] En nog Het sidderende vloekwoord van de zon boven een ademloos afwachtend oerbos; de lucht een dreigende metaalschelp, lood- gloeiend in as van donkerpaars ontzette bergen, gekromd onder de gesel van het vuur; de hese larynx van het woud verraadt een lang, waanzinnig huilen; van een verhongerd dier? een prooi? Wij zijn verschroeid tot op het uiterste der dagen en nog weten wij niets dan zwarte dorst en pijn. Vorige Volgende