Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] Jungle Het manshoge roepen van de tomtom de tomtom de tomtom tussen de bomen, bukkend, terzijde gaand, als wanhopig rukkend aan witkleed van orchi- deeën; orgie van de hartspier, de tomtom de tomtom de tomtom, de manshoge trommen, de tomtom. Laat ons de vuren ontsteken en schreeuwen. Mijn pijl trilt, mijn wil pijlt. De nacht ademt knapen en vrouwen vannacht. Vorige Volgende