Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] Het bivak Mijn bivak staat aan de stroom, over mij stijgen de wouden; vogels met gouden veren roepen mij in de nacht. De morgen doomt onverwacht over de blauwe bergen, de lampen van tijgerogen doven tussen het gras. De bomen ademen lichter naast de glimlach van de rivier, het ontwakende water stroomt er naar onbekend heimweeland. De curven der palmen schrijven het woord dat het oerwoud ademt, het woord dat het water glimlacht, het woord dat de bergen bewaren achter hun oude handen gevouwen over daarginds. Vorige Volgende