Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Vinnen als vleugels Vinnen als vleugels zou men hebben willen, vliegende vis zijn voor de boeg der schepen, uitzeilen over water, golfschuim-krullen, ijlende in de wind van de passaat. Of als de tjendro slank en monoplaan speerslags voortsnellen; als het trillend zeepaard papierlicht hangen in het groene water, slapende aan een eiland van koraal. Maar wij zijn zeevis in verstomde vijvers, al weggevangen voor de wasdom reikt en opgegeten in 't chinees kwartier, zoals de zilvren bandeng aan de kust van java: tandeloos ons voeder grijpend in modderen bodem aan het taaie wier. Vorige Volgende