Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Diepzee dieren De diepzeedieren zijn ons zeer verwant, het donkere smaragd van waterkarnen is mij vertrouwd, en het gezonken want der wrakken geeft mij zenuwen en armen, zwevend rondtastend in een levend niet van zwartgroen glas tussen de blinde rompen der schepen, vissen en het vreemde dompen van lang verdronkenen in mijn gebied. Het is zeer stil en eenzaam onder zee en toch zo vol van schaduwen van dromen die wezens schijnen; wij bewegen mee, wiegend op onderoceaanse stromen, wankele beelden zonder aangezicht, drijvend verdreven, in de hartkuil lood en sprakeloos sprekend, levenden als doden, dolings verwonderd om het lichtloos licht. Vorige Volgende