Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Baden Met vijven in 't gelid, een lange rij van naakte torsen, scherpe schouderbladen en vodden om de lenden, gaan wij baden, geweren vóór de optocht en opzij. 't Is of het bagno optrekt naar de mijn: die norse koppen en hun rauwe baarden. Welk misdrijf stempelt deze troep ontaarden? Ik vrees alleen dat ze verloren zijn. Maar soms, wanneer wij slordig afmarcheren, op een gelooide huid de zonneschijn, kan mij de hele rommel niet meer deren: ik weet mij tussen trouwe kameraden; de sennahlaan is geel als jonge wijn, en ik de knaap die ver van huis gaat baden. Vorige Volgende