Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Het eeuwig avontuur De jongen, die mij tegenover ligt, leest 's avonds met het smalle blonde hoofd tussen de handen op zijn ellebogen bij 't koper flakkerende olielicht totdat de laatste tong is uitgedoofd; zijn vader zegt hem hij bederft zijn ogen. Ligt hier ons einde: moe en overwonnen in dit vervloekte concentratiekamp? Maar om de sidderende olielamp bereist hij zadels, zeilen, horizonnen; 't gieren van lasso's fluit door hoefgestamp. De wereld is voor hem zo juist begonnen, eeuwig opnieuw heroverd en gewonnen uit nevelen van schuim, kruit, paardendamp. Vorige Volgende