Verzamelde gedichten

[p. 61]

Deliplanter

Hij was een groot en machtig Deliplanter,
reusachtig standbeeld in tabakskebon,
kalkwit op vochtig groen, met rode handen
regeerde hij koelies, regen, wind en zon.

Met beide voeten in de zwarte aarde
sloeg met zijn plantersstok hij zwaar en trots
goud uit de taaie rintus van het oerwoud
als eenmaal Mozes water uit de rots.

De dorstige Beurs dronk uit zijn holle handen.
Voorbij. Het blanke wild is opgejaagd
en ligt achter het prikkeldraad aan banden,

hijgend, verwonderd hoe zó plots de grond,
gekneed, gevormd uit zijn enorme handen,
als zand verwaaide en hem weerloos vond.