Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Brieven Zend mij geen brieven die zo treurig zijn, gij moet mij ook zo ver van huis niets vragen. Wie in de tropen het alleen-zijn dragen kennen geen antwoord en geen heul voor pijn. Ik mompel uw geschrift als een brevier, wil ieder woord betasten en omklemmen, zoek de muziek der al te verre stem en hoor slechts de ritseling van het papier. Bij iedere brief ben ik weer afgereisd, voorbij het wuiven van de klapperbomen; op reis gegaan maar nimmer aangekomen, door een geheime toverban omkreitst. Tienduizend mijlen, en uw zoet sermoen valt als een moede vogel voor mij neder; men neemt hem in de hand, bezorgd en teder, en weet niet goed wat men er mee moet doen. Vorige Volgende