Verzamelde gedichten(1965)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Bohorok De raven van de nacht hebben zich toegevouwen, de maan de sterren rouwen, wie houdt nu nog de wacht. De pluimen langs het moer, de trage palmenblaren, wuiven lijkkoetsgebaren, doden- en spookvervoer. In takkenoksels hoont de zwarte wind; de bomen staan door zijn sluipend komen met huivering gekroond. Veeg nu het doodszweet van 't bleekblauw der klamme slapen, schrei met de wilde apen; of schrei om nederland. Vorige Volgende