Een streep door de zon(1960)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] De verslagene Een overwonnene en tot de grond geslagen, een levend aas, verworpen tot de dood, en bij des vijands hete feestgelagen de schamele hond van het genadebrood, hem met een rinkelende lach versmeten; en murw geranseld tot het naakt gebeent, de tanden zwijgende tot gruis gebeten dat in de rauwe keel verstoken is versteend, gezeten op de scherven van de vaalt, glimlacht zijn mond nog duister en verheven, aanziet hij onberoerd wie hem besmaalt. Ontzworven aan de hoon van het gespuis bereist hij binnenwaarts een ander leven: een Souverein Prins van het Rozenkruis. Vorige Volgende