Een streep door de zon(1960)–Willem Brandt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] De overwonnene Laat mij niet sterven, Heer, als een heloot, de neergehangen schedel kaal geschoren en om de mond de schurfterige sporen van 't haastig opgeslokt genadebrood. Laat mij niet, Heer, hun hand en voeten likken en kruipen als het moegegeseld dier. Laat mijn nek hard zijn, Heer, en niet te wrikken en ruggewervels zonder één scharnier. Wanneer ik sterven moet, laat het dan wezen onder het eerlijke en rechte zwaard dat zwiepend snijdt door taaie, harde pezen, met open ogen, roekeloos, te paard, verslagen maar hardnekkig weer herrezen en in de dood nog duizend mannen waard. Vorige Volgende