Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 241] [p. 241] Een goed meisje droomt Zij droomde, zij trof hem in een café. Hij las en zat te eten en keek haar aan en zei tot haar: Je hebt het boek vergeten! Toen knikte zij en keerde om en lachte verstolen en stralend. En zij ging de late straten op en dacht: ik zal het halen. De weg was lang. Zij liep en liep en neuriede een liedje teder. Zij klom in de woning en bleef er een tijd en eindelijk ging zij weder. En toen zij het café betrad zat hij nog altijd te eten. Hij zag haar komen en riep haar toe: Je hebt het boek vergeten! Toen stond zij lang en geschrokken stil en kon het maar niet verstaan. Dan knikte zij weer en ging naar de deur om de weg nog eenmaal te gaan. Zij was zo moe en ging en kwam en zij had toch zo gaarne gezeten. Hij zag nauwelijks op en hij zei alleen: Je hebt het boek vergeten! [pagina 242] [p. 242] Zij keerde weer om, zij kwam, zij ging, sloop trappen op en neder, maar alle keren schreeuwde hij en telkens ging zij weder. Zij liep als door de eeuwigheid. Zij weende en hij lachte. Haar liepen tranen in de mond, zelfs toen de morgen wachtte. Erich Kästner Vorige