Verzamelde gedichten

(1966)–Gerard den Brabander– rechtenstatus



[pagina 235]
In de restauratiewagen In de restauratiewagen door het land gedragen zie ik dorpen, velden, paard en boer, (aangenomen dat het plat-du-jour mij vandaag niet kan behagen). Barvoets wenken mij twee boerenmeiden, weten niet waarom, maar hebben schik. Met de rode handen in de zijden rusten zij één ogenblik. En zij merken niet, de ruiten blinken, dat mijn witte handen wenken, zinken in een stille groet. Ach, zij weten niet, die twee daarbuiten, dat mijn lichaam wel de harde kluiten wilde zijn onder hun vuile voet. En mijn aankomst gaat naar oud verloop: hoffelijk omhelzen - stand doen gelden. Maar in bed droom ik nog zonder hoop van de beide meisjes in de velden. Joachim Ringelnatz