Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Nocturne Wuft de handschoen; wuft het klein gebaar; wulps de mond en 't licht in de ogekieren; wolvebeet de bont om 't blonde haar: vrouwen zijn de wonderlijkste dieren. Bidt de mond de appelbeet te vieren; wijkt de blik te wimper voor gevaar; waait de scheemring over lustrivieren; wenkt het lied over de nachtgitaar; beeft het woud onder de roep der stieren; wiegt de slang - de melodie gewaar - weiflend over spleten zich en wieren: schrijft de vleermuis met nerveuze zwieren mij de wil voor van de tovenaar, die ik met een schreeuw in u ervaar. Vorige Volgende