Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Schaatsenrijden De burgerij glijdt zwierend op en neder het kort bestek der zwart-bevolkte baan. Men voelt het bloed snel, eleganter slaan: een hoffelijke jonkman knielt vertederd voor zijn beminde en bindt haar schaatsen aan; hun armen strenglen zich verliefd en teder; zij zetten af; zij wiegen heen en weder en zien elkaar verrukt en glanzend aan. Ach, onze streek past op dit baanvak niet, want ónze drift, die snel vooroverschiet, tiert slechts op 't lied der meterlange stoten: voor óns de vaart op de ongerepte sloten, naar de horizonten, rood-nerveus doorschoten van 't hoopvol licht, dat wankelt in 't verschiet. Vorige Volgende