ultra-anti-amerikaanse verhouding tot de door hem
verbeelde wereld. De onmiskenbare tekenen daarvan zijn een overwegend
beschouwende, van grote dramatische wendingen afkerige dispositie en een
bijzondere voorliefde voor de sfeer. Rien que les Heures is
niets dan sfeer; En Rade is sfeer met enige in het voorbijgaan
aangeroerde menselijkheden; het fragment Le Train sans Yeux
boeit uitsluitend door de sfeer van razende snelheid, en La Petite
Lilie, het vrijwel mislukte grapje, heeft als enige verdienste:
omzetting van een zwaar-moorddadige peripetie in de burleske sfeer!
Le Train sans Yeux en La Petite Lilie zijn
niet de eigenlijke Cavalcanti. Zij zijn proefnemingen met het materiaal, in Le Train sans Yeux fotografisch, in La petite
Lilie wrang-humoristisch. Maar de Cavalcanti, die een figuur geworden
is, spreekt zich uit in Rien que les Heures en En
Rade, een slepende dag te Parijs, een eindeloos leven in de havens van
Marseille. Rien que les Heures blijft daarom het sterkste werk
van deze cinéast. Het laat die traagheid toe, omdat het geen persoonlijk ‘drama’
inhoudt, slechts een compositie van tot stadsbeeld geworden drama's. Het vestigt
niet de aandacht op één mens, zoals En Rade herhaaldelijk;
alleen de langzaam lijdende stad, waarvan de mensen de onverantwoordelijke
ledematen zijn, rekt zich, ontwaakt, leeft op, om opnieuw in te slapen. Wat
Hériat en Cathérine Hessling (in En Rade) als individuen niet
dragen kunnen, dat draagt de stad Parijs: de voortdurende vrees voor de
snelheid, het aanhoudend remmen van vaart, waardoor Cavalcanti's filmstijl
schijnt bepaald te zijn.
Al dit werk is vol fouten. Men herinnere zich slechts de schilderijen uit Rien que les Heures, de interieuren van nietszeggende
rommeligheid uit En Rade, tenslotte de gehele opzet van La Petite Lilie, dat niet veel meer dan gefotografeerd toneel
is en min of meer primitief de illusie van filmirrealiteit door een schemerig
net tracht te bereiken. Er is geen sprake van de overstelpende volmaaktheid,
waarmee sommige russische meesters weten te treffen. Maar het bezit één
eigenschap, die veel doet vergeven. Cavalcanti zoekt in zijn twee grote werken,
op zijn manier, naar de waarheid, dat