N.P. van Regteren Altena
aan
Menno ter Braak
Tiel, 25 januari 1927
Tiel 25 Jan. 27.
Amice,
Nu je voor 't eerst je verjaardag in het buitenland viert, zul je het misschien prettig vinden op dien dag blijken van belangstelling uit 't vaderland te ontvangen. En dus zal ik even mijn lektuur van i10 onderbreken om je van harte met je (hoeveelste?) verjaardag geluk te wenschen. Ik las daar juist met veel genoegen je artikel over Potemkin. Ook het stuk van Kandinsky heb ik met belangstelling gelezen. Piet Mondriaan's uiteenzetting is minder geslaagd. De Ligt's artikel is een beetje vervelend. Maar ik merk uit al die stukken, dat ik zelf door mijn standvastige monistische tendenzen als van zelf reeds van te voren op deze nieuwe richting van kunst en wereldbeschouwing was ingesteld, zoodat ik Kandinsky's betoog van A tot Z kon onderschrijven. Misschien weet jij wel daar in Berlijn even op te snorren hoeveel dat boek van Hugo Zehder (dat onderaan blz 11 wordt genoemd) moet kosten, want als 't niet te duur is zou ik daar wel zin in hebben. Ik geloof dat ook voor jou nadere kennismaking met dezen kunstenaar niet ondienstig zou zijn. De mensch, schrijft Mondriaan aan 't slot van zijn artikel, moet niets op-zich-zelf zijn en slechts een gedeelte van 't geheel. Dat is, volgens mij, de echte persoonlijkheid, gelijk ik die in dezen zomer tegenover jou eenzaamheids-therapie, trachtte te propageeren. Het opium der vormen kan op deze persoonlijkheid geen vat hebben aangezien zij de betrekkelijkheid der vormen van te voren erkent en liefheeft. De vorm is er om zijn relatie, en niet om zich zelf, omdat hij zelf en op zich zelf niet is, nooit geweest is. Ontneem de vorm zijn relaties en je houdt niets over. Zooals we laatst beiden erkenden dat het genie niet is gevangen, of beter gedood of gemummificeerd in eenig kunstwerk, zoo is ook geen enkele persoonlijkheid verstard in zijn eigen vorm. Practisch is het natuurlijk wel mogelijk dat een mensch zich in zich zelf opsluit, want hij is een samengesteld wezen en zoo is de eenzame enkeling ook niet zonder relaties, n.l. de
onderlinge relatie van de onderdrukker van 't complex dat hij zelf is. Maar het beleven en de bewustwording dezer relaties alleen vormt niet de persoonlijkheid, tenzij men gaat voelen de kosmische beteekenis dezer aanvankelijk als zuiver subjectief ervaren verhoudingen; maar daarmede is dan de subjectieve geest tot de objectieve verwijd en de eenzaamheid van den geisoleerde opgeheven. Deze vormvernietiging van de subjectiviteit wordt echter niet gevoeld als zelfvernietiging maar veeleer als zelf-geboorte, die in de godsdienst der Christenen al lang als zoodanig is erkend en met den naam wedergeboorte is genoemd. En zoo gaat het met alle vormen; ze worden schijnbaar vernietigd, gelijk de subjectiviteit bij den bekeerde (althans in de idee van dien bekeerde) maar feitelijk worden ze zuiver-Hegelsch opgeheven in een ruimer bestaan, dat het eigenlijke het ware bestaan is nl. het kosmische waarin het deel meedoet zonder op zich zelf (vereenzaamd) iets te zijn. In zoover schijn ik toch met de i-Tieners niet in één schuitje te varen, dat deze laatsten, meerendeels, de traditie willen afschudden en opnieuw beginnen. Dit zou dan meer in jou lijn liggen, maar stellig niet in die van de meer bewusten onder hen. Of zoo dit niet 't geval mocht zijn, dan voorspel ik hun kunst weinig toekomst. Ze willen allen synthese, goed, maar dan niet slechts in door-snede maar ook in lengte-snede. De vormen van 't vorige geslacht, die hard werden en waarin het leven dreigde te verbrokkelen tot waardelooze, geisoleerde, vereenzaamde d.w.z. [onleesbaar] factoren, die vormen moeten weer opnieuw gesynthetiseerd en de verwaande ijdelheid van hun vermeend zelf-bestaan moet worden opgeheven in...
Maar hier eindig ik want mijn papiertje is nu al ten tweede male vol. Ik drink op je wedergeboorte.
H.gr.
v.R.A.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum.