Vaderlandartikelen 1939
(2009)–Menno ter Braak– Auteursrechtelijk beschermdEen rehabilitatie?Dr Alfred A. Haighton, Over Jeanne Kloos - Reyneke van Stuwe. (Coöp. Uitg. Bedrijf, 's-Gravenhage 1938).De Nieuwe Nieuwe Gids, het orgaan van (dr) Alfred Haighton c.s., geeft behalve een maandelijksch aantal pagina's ook een ‘bibliotheek’ uit, waarvan thans het eerste deel verschenen is. De heer Haighton zelf is op het origineele idee gekomen dit eerste deel te wijden aan een poging, tot rehabilitatie van de romanschrijfster Jeanne Kloos - Reyneke van Stuwe, en hij vond dr K.J.L. Alberdingk Thijm (alias Lodewijk van Deyssel) bereid dit essay in te leiden met enkele kostbare woorden. Heeft mevr. Kloos - Reyneke van Stuwe een dergelijke rehabilitatie noodig? Wij meenen van niet, want haar werken werden steeds gelezen door het publiek, dat in zulke leesstof behagen schept. Alfred A. Haighton vindt het echter gepast mevr. Kloos op te kammen tot de evenknie niet alleen van Zola, maar ook van.... Shakespeare. ‘Ongelooflijk, maar waar: de feiten wijzen het uit, zegt de heer Haighton. Deze vrouw, die denkelijk iets à la Zola dacht te maken, bracht, vermoedelijk zonder het zelf te beseffen, iets à la Shakespeare tot stand. Men beschuldige mij s.v.p. niet van overdrijving. (Toch wel. M.t.B.). Deze blik in het broêr-en-zuster-complex wekt onmiddellijk en onafwijsbaar de gedachte op aan den blik in het oorspronkelijke Oedipus-complex, waarop de grootheid van den Hamlet berust’. In een noot voegt de heer Haighton nog aan zijn verbluffende conclusie over de Shakespeareaansche mevr. Kloos toe: ‘Het geval van Mevrouw Kloos is aldus tevens een bijdrage tot de zienswijze, dat Shakespeare wèl - en niet Bacon - de auteur van de, op des eersten naam staande, stukken is. Immers: als Mevrouw Kloos, zonder - desbetreffende - eruditie, de diepten der ziel kan peilen, kon Shakespeare, zonder éénige eruditie desnoods, het allicht ook. De ware kunst kan zonder eruditie!’ Dat is me nog eens een snelle en grondige oplossing van het Shakespeare-Bacon-probleem! Hulde Haighton! Het heele essay van dezen Zwart Front-aestheet is navenant; men kan er een kostelijke bloemlezing uit maken van grenzenlooze verwardheid en matelooze overdrijving. Want niet alleen met Shakespeare wordt mevr. Kloos geconfronteerd, ook met het practische leven, en met name het huishouden. ‘Haar, onlangs verschenen. Het Eerste Jaar Eens Nieuwen Levens, Practisch Huishoud-Brevier, bevat, in vlotten vorm, een schat van wijsheid, kennis en raadgevingen, die menig modern vrouwtje zeer van pas kan komen’, verklaart de heer Haighton. ‘Het onderwerp valt buiten mijne bevoegdheid, maar de hoeveelheid verwerkt materiaal kan ik beoordeelen En die doet mij versteld staan. Gegevens omtrent zeep, voedingswaarde van de levensmiddelen, eigenschappen van diverse kleedingstoffen, etc. etc., waar ik nooit van gedroomd heb. De vraag rijst weêr: waar haalt zij het vandaan?’ En, zegt de heer Haighton, het zou mij niet verbazen, als zij opeens met een boek over.... tuinbouw voor den dag kwam. Ja. waarom niet? Shakespeare in de bloemetjes! Het wonderlijke geschrift eindigt met een Naschrift en nog een extra Besluit; mevrouw Kloos wordt hevig verdedigd tegen een zekere juffrouw Elsebée van Suchtelen en tot ‘de meest voldragen auteur’ van haar tijdperk verklaard. Met minder ware zij meer gebaat geweest. M.t.B. |
|