Eere-avond Cor van der Lugt Melsert
‘De man die de klappen krijgt’
Van Leonid Andrejef
Laatste première van het ‘Hofstadtooneel’
In het Zondagochtendblad hebben wij reeds een overzicht gegeven van de huldiging, die Cor van der Lugt Melsert ten deel is gevallen na zijn optreden als ‘Die’ in Andrejefs ‘De Man die de klappen krijgt’. Thans nog een enkel woord over stuk en spel: de laatse opvoering van het Hofstadtooneel (zij het dan ook van een stuk, dat reeds vroeger op het repertorie stond), het laatste optreden van Van der Lugt en zijn vrouw in dit gezelschapsverband. Het stuk van Andrejef heeft stellig qualiteiten, maar deze zijn niet in de eerste plaats dramatische of psychologische qualiteiten. Evenals in Gorki's ‘Nachtasyl’ laat zich ook hier een meer cynische en schilderende dan dramatische geest gelden; de compositie is bij Andrejef het zwakke punt, terwijl hij er ook niet in slaagt zijn personages zoo te doorwerken, dat zij meer zijn dan symbolen. Het symbolisme in realistischen vorm is op den duur een procédé, dat dicht in de buurt komt van het melodrama; en zoo is ook dit circus met zijn van symboliek druipende menschen, waarin de Onbekende, de Clown, de Nar en Wijze tegelijk, het oppersymbool is, in wezen een schouwtooneel van het melodrama. Het pessimisme van Andrejef stort zich uit in den raadselachtigen hoofdpersoon ‘Die’, wiens ambitie het wordt het onontwaakte meisje Consuella bewust te maken van haar menschelijke waarde, en haar zoo te redden van een huwelijk uit ‘zakenmotieven’ met een baron; het mislukt hem, omdat alle idealisme zich stuk stoot aan de werkelijkheid, en de god, die tot een mensch wilde afdalen, glijdt na een glas vergiftigde champagne met zijn beminde in den dood.
Daarnaast wemelt het van symbolisch ‘angehauchte’ bijfiguren: de plagiator uit het vorige, het maatschappelijke leven van ‘Die’ manifesteert zich als de machtelooze haat jegens den oorspronkelijken geest, de leeuwentemster, die naar de liefde van haar dieren snakt, is de tegenspeelster van de onbewuste, puur in de reacties van het oogenblik levende Consuella. Ook Consuella's ‘vader’, graaf Mancini, en de baron, die als hartstochtelijke candidaat naar haar hand fungeert, zijn behoorlijk geladen met symbolische aanduidingen; en zoo is het melodramatische slot in het geheel niets anders dan symbool: ‘Die’, de man die de klappen krijgt, de wijze in het narrenpak, redt het onbewuste, dat het schoone is in de vrouw Consuella, door het tegen de aanraking mèt en de vulganiseering dóór de practijk te beschermen in den gemeenzamen dood.
Een stuk als dit loopt gevaar om puur melodrama te worden, wanneer het niet door een bijzondere interpretatie langs de klippen wordt geloodst. Men kan echter niet zeggen, dat deze bijzondere interpretatie hier gegeven werd, en in zooverre gaf de opvoering geen juist beeld van de prestaties van Cor van der Lugt Melsert op zijn best, noch als regisseur, noch als acteur. Wel waren er goede fragmenten te waardeeren; maar dat is voor het regisseeren van dit werk niet voldoende. De eenheid van opvatting ontbrak dikwijls; zoo ging b.v. van de symbolische ‘tegenfiguren’: de leeuwentemster, gespeeld door Mimi Boesnach, en den ‘heer’ (den plagiator) van Theo Frenkel weinig uit, omdat deze creaties te zeer ondoorwerkt bleven. Had de regie de circussfeer goed getroffen, zij was minder gelukkig met de verwerking van Andrejefs symboliek, die in de eerste plaats uitstraalt van den man die de klappen krijgt. Cor van der Lugt Melsert weet in deze rol wel den juisten toon te treffen bij zijn opkomen en kennismaking met de circusmenschen (hij heeft dan zelfs eenige excellente momenten!), maar in de lyrische passages gaat hij declameeren en wordt ongeloofwaardig..... terwijl op dit punt Andrejef zijn hoogste troeven uitspeelt. Zoodoende werd hier vaak melodrama wat lyriek, overgave aan een soort geestelijke dronkenschap had moeten zijn. Van der Lugt is geen lyrisch acteur, hij kan uitmunten in een sobere, ‘gesproken’ rol, maar de eigenschappen van een Moïssi zijn hem vreemd. De keuze van ‘De Man die de klappen krijgt’ was dan ook geen gelukkige greep, te meer niet, bovendien, omdat Van der Lugt hier gehuldigd werd als de eenige Nederlandsche tooneeldirecteur, die de klappen altijd heeft opgevangen!
Zeer goed daarentegen was Annie van der Lugt Melsert - van Ees als Consuella: een rol, die zij met volle overtuiging heeft gespeeld en aannemelijk gemaakt. Ook Hans van Meerten als graaf Mancini moet geprezen worden om zijn amusante creatie van dezen cabotin. Anton Roemer, Ed. Palmers, Ludzer Eringa en Piet Bron, voldeden uitstekend als resp. de circusdirecteur, de jockey Besano (die op Consuella verliefd is), de baron en de clown Jackson. Guus Oster en Alex Pola vertoonden een paar aardige muzikale clowns.
M.t.B.