Tooneeljubileum Willem v.d. Veer
In ‘Liefde’ van Jaap v.d. Poll
Kon. Schouwburg
Willem van der Veer was gisteravond de bejubelde. Vijf en twintig jaar staat deze acteur op de planken, en het zal wel niet uit zijn staat van dienst, maar meer uit zijn tamelijk zeldzaam optreden in Den Haag verklaard moeten worden, dat de Kon. Schouwburg slecht bezet was. Van der Veer is o.a. (wij hebben voor eenige dagen een uitvoerig overzicht van zijn loopbaan gegeven) een zeer knap Heyermansvertolker, en menigeen zal zich b.v. zijn creatie in ‘Op Hoop van Zegen’ herinneren.
Ditmaal was de jubilaris een sympathieke Don Juan op rijperen leeftijd, die een jong meisje aan den haak slaat alvorens naar de koloniën terug te keeren; maar eer de zaak in kruiken en kannen is, moet er een heel mechanisme van deskundig familiegeroddel in beweging worden gebracht om drie bedrijven deugdelijk te vullen. Wij zullen voor dezen avond van den tooneelschrijver Jaap van der Poll slechts zeggen, dat hij er best in slaagt ons bezig te houden met een waarlijk van kwaadsprekerij verteerd gezin en een engelachtige oma, die door dit euvel niet besmet blijkt.
Willem van der Veer speelt den ouden charmeur Hans van Wijk met de hem eigen soepelheid, zoodat wij geenszins verbaasd zij het meisje Elvire (Mieke Flink - Verstraete) hem te zien prefereeren boven een werkeloozen meester in de rechten (goed getypeerd door Adolphe Hamburger). Zooveel charme, zooveel tropenzon, zooveel ervaring! En daar is Esther de Boer - van Rijk om de schreden van het paar te leiden als oma en in het voorbijgaan den wanhopigen meester in de rechten den revolver nog te ontfutselen, waarmee hij zelfmoord wilde plegen! Om van den venijnigen ouden lasteraar Kedovius (Jaap van der Poll) en twee oudere dames, die de deugd uithangen, maar in hun jeugd ook wel eens geslipt zijn, maar niet te spreken. De titel ‘Liefde’ geeft niet de helft van de sensaties weer, die in het stuk worden uitgedragen.
* * *
Bij de huldiging was het allereerst de voorzitter van het huldigingscomité, de heer P.J. de Kanter, die den jubilaris toesprak, mede namens het Alg. Ned. Verbond. Vijf en twintig jaar, zeide spr., is langer voor een minister dan voor een acteur. Maar in dien tijd was Willem van der Veer steeds een toonbeeld van werkkracht en toewijding. Gelukkig maar, dat hij geen geestelijke werd, zooals in de bedoeling lag; want al speelde v.d. Veer den pastoor in ‘Allerzielen’ en zelfs bisschoppen, zijn roeping lag elders. Spr. memoreerde Van der Veers buitenlandsche loopbaan en vooral zijn verdienstelijke pogingen om de banden tusschen het moederland en de West te helpen versterken. In 36 oorpronkelijke stukken is Van der Veer opgetreden; als hij eenmaal, wat spr. zich nog niet goed kon voorstellen, van zijn rust mag gaan genieten, kan hij zeggen: ‘Ik heb mijn vaderland trouw gediend’. Spr. bood een krans en een enveloppe met inhoud aan.
Prof. van der Bilt complimenteerde Van der Veer daarna namens de Schouwburgcommissie, eveneens onder begeleiding van een krans.
De heer Aug. Heyting, sprekend namens den Bond van Nederlandsche Tooneelschrijvers, noemde het tooneel een symbool van eendracht en harmonie. Daarom vestigde hij de aandacht van minister Colijn op het Nederlandsche Tooneel, dat hij minstens even belangrijk noemde voor onze volkseenheid als leger en vloot. Het tooneel heeft steun van de overheid noodig en daar ontbreekt hier nogal wat aan. Na dit uitstapje terugkeerend tot het jubileumgebeuren, huldigde spr. Willem van der Veer als een waardig vertegenwoordiger van de Nederlandsche tooneelspeelkunst, onder aanbieding van een bloemenmand.
Ed. Palmers bracht de gelukwenschen en een krans over van Cor van der Lugt Melsert, directeur van het Hofstad-Tooneel.
Willem van der Veer sprak daarop een woord van dank en bracht allereerst den steun van het Alg. Ned. Verbond in herinnering bij zijn drie achtereenvolgende reizen naar de West, die zulk een artistiek groot succes zijn geweest voor zijn gezelschap. Er bestaat een plan om een fonds te stichten om de aangeknoopte betrekkingen nog uit te breiden, o.a. tot Zuid-Afrika; en Van der Veer verklaarde het bedrag uit de zooeven ontvangen enveloppe in dat fonds te zullen storten (applaus). Spr. wenschte het Alg. Ned. Verbond een voorspoedige toekomst. Zijn slotwoord richtte spr. tot ‘oma’ de Boer - van Rijk, die hij nog naar de West hoopt te brengen, en tot allen, die aan de voorbereiding van zijn jubileum hadden bijgedragen.
M.t.B.