is de onfeilbare wet, die hij ontdekt meent te hebben, als zoveel andere psychische wetten een verdienstelijk, maar uiteraard incompleet aforisme, dat altijd meer of minder inbreuk maakt op de onuitputtelijke overvloed van het gegevene.
Een revolutionnair op toneelgebied blijkt Pirandello hier in veel geringer mate dan in de Zes Personen, dat ik voorlopig als zijn dramatisch meesterwerk blijf beschouwen. Aan de dialoog kent hij ook nu het beslissend overwicht toe, maar in die mate, dat het gebaar der zelfstandige handeling (de expressieve mimiek) tot een bijverschijnsel moet gedegradeerd worden. Het eerste bedrijf wordt daardoor volslagen onbegrijpelijk. Is dit ‘relativistische’ opzettelijkheid? In dat geval zou een dergelijke truc, die, tot enkele scènes beperkt, een sterk dramatisch, want verrassend, effect kan hebben, uit zuiver technische gronden te veroordelen zijn. De spanning verslapt te lang en wordt niet plotseling verrassend hersteld.... Pirandello aanvaardde het praten-op-het-toneel in zijn volle uitgebreidheid en maakte het zelfs vrijwel tot enig doel. In dit opzicht sluit hij zich aan bij, voltooit hij wellicht het ‘burgerlijk’ drama, dat hij door zijn relativisme de doodsteek toebrengt. Deze man, die de metropolen van Europa stormenderhand veroverd heeft, is geen geweldenaar, maar een tweeslachtig scepticus, zoals alleen een cultuur, die zich tegen zichzelf keert, kan voortbrengen. En hij vindt zijn publiek, dat, cerebraal ingespannen, maar zonder hartstochtelijke geslagenheid, heeft te luisteren.....
Martino Lori, de misleide, is wel de sterkste figuur, te midden van alle andere denkenden, voor wie hij een ander is, een wonderlijk-lankmoedige dulder. Van Dalsum bleek daarbij de aangewezen speler, om het volle leven te brengen in de enkele prachtige momenten, waartoe Pirandello gelegenheid geeft. In hem onthulde zich vooral subliem het onevenwichtig aarzelen, nà de ontdekking, tussen ontsteldheid en verlammende bitterheid, door de gebroken overgangen, waartoe zijn