De Propria Curesartikelen 1923-1925
(1978)–Menno ter Braak– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Cinema
| |
[pagina 203]
| |
In de Unionbioscoop gaat het weer anders toe. In het algemeen zijn de voorstellingen niet toegankelijk beneden de achttien jaar. Men geeft hier de voorkeur filmpjes voor de ‘kenners’ (Men versta mij wel, dit zijn niet de kenners van de filmkunst). Dit sluit echter in het geheel niet uit, dat ook hier wel eens een gelukkige greep gedaan wordt, als de commerciêle relaties zulks toelaten. Een ‘expressionistische wereldschlager’ op de kop te tikken is ook zo verkeerd niet. ‘Expressionistisch’ trekt de langharigen en zwartgehemden ‘wereldschlager’ doet de rest. Aan deze kunstzinnige overwegingen waarschijnlijk hadden wij vroeger Het Kabinet van dr. Caligari te danken; uit dezelfde school ontvangen wij nu De Man met de Wassen Beelden. En al zijn duizendmaal zaken zaken, deze film is toevallig kunst. Dat is van meer belang, dan de weinigzeggende naam ‘expressionisme’, die alleen zin zou hebben, wanneer ook de spelers tot expressieve vlakken gestyleerd waren. Waar Emil Jannings en Conrad Veidt, de twee geniale uitersten, samenzijn, is spel, waarnaar men vergeefs zoekt bij de heer Dante, de gesoepjurkte Vergilius of het wassenbeeld Gloria Swanson. Men zag vele elementen uit Dr. Caligari terug (b.v. bijna letterlijk het kermismotief). Er was veel overeenkomst in het alchemistisch-bizarre van de gegevens. Maar er was verandering, dikwijls vooruitgang; minder ‘expressionistische’ flarden in het décor, beheerster stylering, groter rijkdom van spel. Conrad Veidt weet zijn Tsaar Iwan de Verschrikkelijke meesterlijk te doordringen van machtswellust en waanzin, maar hij vermijdt alles, wat aan de historische anekdote zou kunnen doen denken. Zo was trouwens dit ganse sprookje: argeloos ver van alle historische of folkloristische realiteit en daarom, zo stel ik mij voor, een zeer werkelijk beeld van het russische volk en zijn aziatisch-despotische heerser. Van Emil Jannings zagen wij hier al vele, in onderwerp en opvatting verschillende creaties, maar niettemin | |
[pagina 204]
| |
was deze Haroun-al-Raschid weer een verrassing. Dit zinnelijke kaliefbeest is één schaterende parodie op zijn eigen muffe, stiekeme sensualiteit; Haroun is hier Lodewijk XV en Ombrade samen. Men aanvaardt van Jannings deze vulgariteit, omdat hij haar dient met een kunstenaarsblik, die het vulgaire op een ander plan brengt. Wilhelm Dieterle, als het scheppend centrum van deze fantasmen, speelde de Dichter in een romantische flambard-stijl, maar verdienstelijk. De kleinere rollen waren, als gewoonlijk in de duitse filmproduktie even verzorgd en vaak op even hoog peil als de hoofdfiguren. - Moge dit sublieme stuk fimkunst niet vertrapt geworden zijn onder het hooggehakte schoentje (no. 35) van de mannequin Gloria uit Amerika.
31 januari 1925 M.t.B. |
|