wel wat heel lang en de zeurige moeder is toch wel wat erg vervelend en de juffrouw in kwestie is toch wel wat buitengewoon onbelangrijk, om er zoveel kuren op na te houden. Zodat na het verdienstelijke sprookjes-tafereel de belangstelling niet overweldigend meer is, omdat ieder mens, die wel eens aan liefde gedaan heeft, begrijpt, dat het heel best afloopt.
Daarom is het goed, dat men niet gaat voor A.A. Milne, maar voor de ‘gebenedijde lachverwekker’ Constant van Kerckhoven en zijn medespelers van Comoedia; immers, ondanks het verlies van hun Centraal Theater blijven zij de vertolkers van het beschaafde niemendalletje, dat helemaal niet interessant is, maar waaraan zij door de nuances van hun spel een prettige charme verlenen. Van Kerckhoven en zijn vrouw wisten van het romantische geval een aannemelijke voorstelling te geven, al bereikten zij geen van beide de hoogte van hun gewone uitbeeldingsvermogen. Kaart is te onsympathiek voor een doorsnee-man, die toch de gave moet bezitten een doorsnee-meisje te bekoren. De overigen pasten zich uitstekend aan bij de vereiste blijspelsfeer, zoals wij dat van hen gewoon zijn. Het blijft echter moeilijk te vergeten, dat het gegeven onbelangrijk en ondiep is; het wachten is op de luchtige gratie van de Franse geest, die Comoedia vaak zo juist begrepen heeft.
4 oktober 1924
M.t.B.