noch immer zu Ihnen spreche...’
De brief van Thomas Mann, die ik dringend een ieder ter lezing aanbeveel, die van klare taal en open argumentatie houdt, bevat geen woord latijn. Hij bevat een sobere maar scherpe karakteristiek van het oorlogsgevaar dat door het huidige Duitse regime tot inzet wordt gemaakt van een gehele politieke en economische actie; nog nooit heeft Thomas Mann zo positief en onomwonden gezegd wat door de filosofen van het camouflagesysteem wordt bemanteld:
‘Zin en doel van het nationaal-socialistische staatssysteem is alleen dit en kan alleen dit zijn: het Duitse volk onder onverbiddellijke uitschakeling, onderdrukking en uitdelging van iedere storende tegenbeweging voor de ‘komende oorlog’ in de vorm te brengen, en er een grenzeloos gewillig, door geen critische gedachte geïnfecteerd, in blinde en fanatieke onwetendheid geklonken oorlogsinstrument van te maken. Een andere zin en een ander doel kan dit systeem niet hebben; alle offers aan vrijheid, recht en mensengeluk, daarbij inbegrepen de heimelijke en open misdaden die het zonder bedenken op zich heeft genomen, worden alleen gerechtvaardigd door de idee van de onvoorwaardelijke harding tot de oorlog.’
Maar deze oorlog, betoogt Mann, is onmogelijk en zal in burgeroorlog moeten eindigen. Waarom dan niet Duitslands terugkeer tot Europa? Alleen omdat een regime aan de macht wil blijven dat zichzelf zou ontkennen en opheffen, wanneer het werkelijk vrede sloot.
Ik weet niet of Manns conclusies juist zijn, of hij meer voorspellen kan dan andere cultuurprofeten. Maar hoofdzaak in zijn brief zijn de klare toon, het gemis aan ressentiment, en de waardigheid van de Duitser, die zich, niet slechts door het nieuwe eredoctoraat van Harvard, maar vooral door zijn leven en werken, verheven weet boven de afgunst van zijn politieke vijanden.
Het Vaderland, 22 januari 1937