E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Batavia, 13 februari 1938
Batavia, 13 Febr. 1938.
Beste Menno,
Lees ingesloten brief, die jou eig. evenzeer aangaat als mij en zeg mij wat ik daarvan denken moet. Wat zijn dit voor katholieken? Ik schreef dezen man een aardigen brief terug, geloof ik; maar als je er meer van weet, licht mij dan in. Kreeg jij ook zoo'n schrijven of zag je hem al eens? En is Bruning in nadere relatie met je getreden?
Die brief wel graag terug.
Ik kom je nu een paar dingen vragen.
1o. Wil je Jan Gr. zeggen dat Gr. Ned. van Januari mij eindelijk - gisteren - in 2 exx. heeft bereikt. Dat is dus in orde. Wèl nog graag 1 ex. van Gr. Ned. van December, als dat kan. En het meesterwerk van Saks over Multatuli. Of wil Brusse dat niet meer zenden? In dat geval koop ik het hier; maar het is zuur er ƒ 4.20 voor neer te leggen.
2o. Kan je me bezorgen - misschien heb je er een dubbel ex. van - een niet gemutileerde tekst van de Vos Reinaerde en een behoorlijke uitgave, desnoods niet compleet maar dan toch een ruime keus, uit de Historiën van Hooft? Zwolsche Herdr. of Pantheon of zoo. Mocht je deze dingetjes niet hebben, vraag Mayer dan ze mij te bezorgen, maar alleen als ze goedkoop zijn; liefst minder dan een gulden per stuk.
3o. Kan je de Romeinen vragen mijn hun Erflaters onzer Beschaving te zenden? Compleet vooral, alle 4 dln. Ik wil er best over schrijven; hetzij in 't Bat. Nwsbl. hier, hetzij in Gr. Ned. Of anders, mocht jij een ex. van henzelf krijgen en een voor de krant, stuur jij mij dan je andere exemplaar. Ik wil ook wel aan den uitgever schrijven als 't moet (wie is het?) maar misschien vind je er zóó iets op. Niet vergeten dit, ik ben er erg benieuwd naar en zit tegenwoordig tòch zoo in de Geschiedenis.
Hier laat ik 't bij, voor heden. Het is merkwaardig zoo weinig
post als ik tegenwoordig krijg, dwz. sinds we in Batavia zitten. Maar zoodra ik weer een brief van je krijg, antwoord ik uitvoerig.
Veel hartelijks voor Ant, van Bep, een hand en veel dank bij voorbaat voor je bemoeienis in 't bovenstaande,
van steeds je
E.
O ja, een gek ding, maar ik zou ook graag ontvangen: De Prinsen van ons Vorstenhuis door J.J. Moerman en Mevr. Kleinhout-Moerman, uitg. door Holkema en Warendorf. Dààr kan Jan me wschl. gemakkelik aan helpen, of misschien heb jij een veracht ex. dat je anders toch weggedaan zou hebben. Ik ben geïnteresseerd in die halfbroers van de koningin: Alexander de professer en le prince Citron en zoo! Al zal alles wat aardig had kunnen zijn wel ontbreken in dit orangistisch werk. Maar wie weet? een goed lezer... een lezer die leest als Saks...
Mevrouw Romein krijgt haar vetje nog van me, daar kan ze op rekenen; maar dat zal toch wel geen bezwaar zijn om me die Erflaters te zenden? Zoo ja, vraag dan niet aan de Romeinen.
Dank, dank, dank.