E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Tjitjoeroeg, 20 april 1937
Tjitjoeroeg, 20 April 1937.
Beste Menno,
Ik moet nog even op dat Multatuli-dokument terugkomen, dat je voor mij overschreef. Nl.:
1o. ben je er zeker van - of is men op het museum er zeker van - dat het hs. dat van M. zelf is? Dit is zeer makkelijk na te gaan;
2o. heb je het vergeleken met de gefotografeerde blzij in de geill. Havelaar-editie van Meulenhoff en is het wel hetzelfde stuk? Er staat nl. op die foto: ‘ik bedoel niet meer of minder dan ik zeg’ - en bij jou: ‘ik bedoel niet meer, ik bedoel vooral niet minder dan ik zeg’. Het kan zijn dat er woorden in potlood bij gezet zijn (de woorden ‘ik bedoel vooral’ nl.) die door de foto niet opgenomen zijn; maar zoo niet, dan is jouw stuk (ik bedoel nu:
dat van het museum) niet het eenige in de hand van Multatuli, en moet hij de 1e blzij althans 2 × overgedaan hebben, zooniet het heele concept;*
3o. wil je den heer de Hartog vast hartelijk van mij danken, maar hem tevens zeggen dat ik wacht met hem te schrijven, tot ik antwoord heb over de portretten? Ik zou nl. dolgraag een foto van het gevraagde hebben, ook als die foto niet zoo erg mooi meer te krijgen is. -
Verder geen nieuws voorloopig, dan dat wij 1 Mei op reis gaan. Mijn schoonzuster neemt nl. het Alijntje bij haar voor zoolang (25 dagen), dat is nu afgesproken.
Bereid je dus voor op vele fraaie postkaarten! Maar vóór dien schrijf ik je zeker nog.
Hartelijk gegroet van ons twee, je
E.
* dit is vooral van belang voor ‘tekst-kritiek-virtuoozen’ die me anders gaan voorhouden dat ik niet op alles heb gelet!
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag