E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Tjitjoeroeg, 3 maart 1937
Tjitjoeroeg, 2 Maart '37.
Beste Menno,
Daarnet je brief. Aangenomen dat het een ‘gauwdief’ was op zoek naar een bankje, dan kan die gauwdief, den brief gelezen hebbende, daarmee een bankje zijn gaan verdienen. Maar laat ons het er niet meer over hebben, ik begrijp dat je het ook verre van lollig vindt. Begrijp alleen één ding: het is hier qua talis N.S.B.-ig, ook wat niet ‘officieel’ het merk draagt. Zoo'n enkel feit als het verbieden van het Bruinboek zegt toch genoeg!
Ik vind je besnoeiïngen in mijn artikel best. (Heel veel veel dank voor het luchtpost-ex.!) Maar in de gegeven omstandigheden, en met de lucht hier om me heen, spijt het me dat je allerlei opmerkinkjes schrapte (over de stank van ‘Insulinde’, over Van Limburg Stirum en de ‘plaats van zijn misdaad’, over de kletsmeier Soeta Angoen Angoen en over de afkomst van De Kock (die inderdààd van dien anderen stamt en oud-ambtenaar bij de Rekenkamer was, hier!). Maar soit, dit alles kan bij de boekuitgave. Het beroerde is dat Q. me daarnet doet weten dat hij het boek wel wil uitgeven maar met gedeelde winst (ik veronderstel dat dit beteekent dat ik er geen cent voorschot voor krijg!) - en ik heb een maand lang 10 à 12 uur per dag eraan gepend, en ben er nu ‘op’ van. Ik zal de boel nog wat aanhouden en probeeren over een tijdje nog wat bij te vijlen. Misschien zend ik jou het ms., want aan Q. wil ik eerst andere voorstellen doen; misschien heb jij wat aan het ms., gegeven je plan om zelf een boekje te schrijven, wat ik zéér toejuich. Maar je stuk (dat overigens best was) is onrechtvaardig tegenover Tine; ik las nu net haar brieven aan mevr. Omboni en vind haar zéér sympathiek en heel wat minder dom dan ik mij altijd had voorgesteld. [Het is soms bij het lesbische af, maar daar was het toen de tijd niet voor, en het pathos was wel in de mode.]
Lees dat boek ook: het heet Tine, brieven van... etc., uitg. door
dezelfde Julius Pée bij Nijhoff in 1895. Dank voor Freud en Pée, al zijn ze er nog niet. De Gruyter heb ik niet meer noodig!
Nu over dien ‘generaal’. Schrijf me omgaand s.t.p. één ding, op een apart papiertje, maar als aparte brief vermomd: hoè is die pop aangekomen, wàt waren de beschadigingen? en: was er niet een briefje in, met een grapje van me: de generaal sprekend opvoerend? Dat je veronderstelt dat de generaal bedoeld werd, doet me denken dat die idioten hier dat briefje niet ingesloten hebben, en als ze dan ook nog de verpakking beroerd hebben gedaan ben ik van plan ze niet te betalen, want ze hebben de kist ook al verstuurd zonder mij eerst de verzendkosten op te geven. Zoek dus naar dat briefje, als je de ‘verpakking’ nog thuis hebt! misschien ligt het er nog tusschen. Dus graag wèl rapport over de aankomst, maar zoo dat ik het die heeren kan opzenden.
Intusschen: deze pop, absoluut in geen stijl tenzij quasi-‘turksch’! heeft lang toebehoord aan een Arabier. Houd hem in eere en laat hem bijwerken als de verminking erg is. Hier had hij alleen maar een wondje aan zijn achterste, dat met een beetje stopverf en zwartsel zóó was goed te maken; ook dàt hebben die lui me beloofd te zullen doen alvorens te verzenden.
Ik zit hier vrij pestilent op Tjitjoeroeg - ben ook een beetje overwerkt, heb de pest dat ik er geen cent voor geboden krijg, alsof ik òf een snertauteur òf schatrijk was; enz. Het boek wordt nu aan D.D. opgedragen, dat is wel het minste wat ik doen kan, nu. Ze hebben hem net zijn onderwijsbevoegdheid afgenomen; nog één zet kunnen ze doen: de school sluiten; dan is hij broodeloos en heeft alles verloren. De man zelf is werkelijk heel aardig, en althans 100% een mensch; beoordeel hem niet naar het verstarde portret dat in het pak zat (een reproductie dan), meen ik. Boucher zal ik zelf ook schrijven. Ik zie aankomen dat al wat er nog aan ‘blocnotes’ van mij is, niet gepubliceerd zal worden (in boekvorm) en dat het ‘scheepsjournaal’ ook als onbestelbaar zal moeten worden beschouwd, tenminste Jan en Henny zijn tegen, merk ik, en jij bent er blijkbaar ook niet chaud voor. Ik hoop dat mijn M.-boek (compilatiewerk overigens, hoor!) beter zal bevallen. En nu spoedig maar wat anders. Ik schrijf spoedig beter.
Hartelijk steeds je
E.
P.S. - Antwoord op deze vraag ook: is er in Holland geen plaats meer voor ‘vrije uitingen’, als die in mijn Vaderland-art. werden geschrapt. Of moet ik daarvoor soms naar Het Volk? Dit puzzelt me, want ik zal de behoefte hebben naar waarheid te vertellen wat er in dit land omgaat. Wat ik voor Schilt moet schrijven weet ik al niet meer; ik ben eig. al bij voorbaat verlamd.