E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, [19 juli 1936]
Parijs, Zondag.
Beste Menno,
Behalve dat ik dagelijks bereid ben om mee te zingen tegen de algemeene ‘overschijting’ door politiek, heb ik weinig te antwoorden. Bloem over Kettmann is ook puur politiek. Malraux, die tegenwoordig telkens Ehrenburg verdedigt en zichzelf tracht wijs te maken dat het alleen maar niet goed is omdat het zoo slecht vertaald is, precies zoo. - Ik las gisteren een paar soldaten-novellen (uit Perzië, etc.) van Tichonov: erbarmelijk slecht. Een epigoontje van Tolstoi, dat er voor het ‘moderne’ heel zoutelooze cynische grapjes doorwerkt à la Paul Morand. Maar het zal wel weer aan de vertaling liggen; al deze heeren zijn blijkbaar zoo overwegend stylist dat ze alleen door gelijke literaire genieën kunnen worden ‘overgezet’. - Ik stuurde gisteren aan Gans Réflexions sur la Violence van Sorel; vervelend, maar wel om te lezen. De bedoeling is dat hij het jou doorgeeft als hij het uit heeft, en dat jij het houdt.
Onze plannen staan nog niet vast, maar houd na 6 Augustus wel de mogelijkheid in zicht dat althans ik bij jullie kom logeeren. Bep gaat dan met Alain bij Bob, omdat dat sinds lang uitdrukkelijk gevraagd is en omdat Alain dan met zijn neef Peter kan spelen. Ik hoop dat je een flinke portie afkrijgt in de 3 weken van vacantie en dat je me wat vertoonen kan. Het zal voor lang misschien de laatste keer zijn. Laten we bij diè gelegenheid dan
ook maar je werk overzien, dat eventueel gebundeld gaat worden.
In September komt er van mij een stukje over Huizinga-Benda of het standpunt der ‘clerken’ in Gr.Ned., dat jou wel bevallen zal. Het is zeer rustig en bespiegelend geschreven.
Ik werk voor mijn vertrek mijn noten bij, om aan Greshoff (of jou) een flink pak achter te laten, nl. voor tot en met December 1937. Het geld daarvoor dient dan om Simone te steunen; het is ƒ 12.50 à ƒ 15 's maands, en op het oogenblik vrijwel mijn eenige verdienste. (Je ziet dus dat Indië noodig werd.) - Ik wil als ik naar Indië ga, probeeren mij geheel te concentreeren op ander werk: nl. dat verhalenboek; mocht ik daarnaast notities maken, dan zal het zijn over Indië en als materiaal voor dat boek-over-Indië dat ik dan later schrijven wil (ordenen, herschrijven?) - tenzij die verhalen niet lukken. Ik las den laatsten tijd weer heel wat over militairen, en heb een diepe bewondering opgevat voor Tolstoï, althans voor zijn verhaalkunst. Maar ook voor den man.
Nu, dit is een kletsbriefje, omdat er niet echt wat te melden valt. Bep en ik kregen, ieder in afzonderlijke enveloppe, een vraag van Oerlemans om ‘krachtig’ (onderstreept) te steunen. Kan je me zeggen wat reeds ‘krachtig’ kan worden genoemd, in dit verband? fl. 5 elk, is dat ‘krachtig’, of ‘mat’? Veel geld hebben we nu eenmaal niet. Is dat waar, al die sympathiebetuigingen uit alle hoeken des lands, of is het ook politiek?
Nu, nogmaals: werk naar hartelust; veel hartelijks onder ons vieren, en een hand van steeds je
E.
Er is kans dat wij in Amersfoort in een soort pension gaan, vanaf 15 Augustus. Gille gaat mee. Zou ik met Gille bij jullie terecht kunnen, bv. van 11 tot 15 Aug.? Is dit niet erg bezwaarlijk voor Ant? Kennen jullie misschien een jongetje in de buurt, waar Gille mee zou kunnen spelen? Graag antwoord hierop, met het oog op de plannen.
Het lijkt mij voor Gille anders wel een mooie gelegenheid om met zijn voogd kennis te maken!
E.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag