E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, [20 december 1935]
Parijs, Vrijdag.
Beste Menno,
Ik heb nog altijd een rotsmaak na die brief van Gerda, ofschoon ik nu toch weer meer gevoelig word voor de groteske kant eraan. Je krijgt werkelijk het gevoel een gemeene kerel te zijn, in de optiek van den ‘politierechter’ die zooiets meteen krijgt. Maar Van Uytvanck verdient een trap onder zijn nazistisch geworden achterwerk. Heb je misschien zijn adres? als deze zaak werkelijk vervelend afloopt, zal ik hem een brief schrijven die hij aan zijn ‘kluge’ vriend voorvertalen kan.
Waarom is Forum er nog altijd niet? Of krijg ik mijn nummer niet meer? Tot dusver was het verschijnen opgeschoven tot ± den 15en. Maar vandaag is het al 20!
Wil je bijgaand fraais ook nog lezen? Misschien is er een stukje over te maken, in dialoogvorm over dezen ‘sultan’, voor die rubriek van jou, Jan en Hein. Als er niets mee te doen valt, stuur mij het vorige moois dan terug. - Jany moet ook van dezen ex- vriend van hem spugen, ofschoon het hem toch ook wel aan het hart gaat, volgens zijn zeggen. Stel je voor dat jij en ik elkaar over 10 jaar zoo te verachten kregen.
Bestel eens Les Dictateurs van Jacques Bainville (Denoël et Steele). Een uitstekend boekje voor een actueele preek. - Het artikel van Romein-Verschoor over Jacoba is uitstekend, en ook zeer goed geschreven tot in de laatste zin. Goddank dat er nog zulke behoorlijke ‘geesten’ zijn in Holland, al trek jij dan graag ten strijde tegen de ‘geest’. Het artikel is ook zoo, dat het geloof wekt. - Wat mij betreft, ik heb lust om ook een stukje te schrijven over ‘de laatste waarheid’ in dezen, nl. dat dit alles er inderdaad geen bal toe zou doen als mevr. Bakker een schrijfster van talent (of beteekenis) was. Maar dat mevr. B. dat nu juist nooit is geweest, zoodat dit heele gevalletje een overbodig bewijs geworden is -
haar brief aan jou, ik bedoel: haar antwoord, in de eerste plaats! - van de ‘rang’ die altijd de hare was.
Bah, wat is het leven soms bête. Dit slaat zoowel op Vrouw Jacob als op Gerda.
Houd me op de hoogte van dit laatste, want ik vind het werkelijk erg vervelend voor jou; ook voor haar overigens, - al houd ik nog altijd heelemaal niet van haar genre van sympathiek-zijn. Ze zit vast op het oogenblik berekeningen te maken ten opzichte van jouw huwelijk: ‘och! mocht dat ook maar verkeerd geloopen zijn’... Het is menschelijk, natuurlijk, maar het komt goed bij de Ilse-historie alweer. (Die Ilse-historie, merk ik, bestaat uit precies 24 regels + 2 opmerkinkjes van niets, Wijdenes in de mond gelegd. Je kunt bij eede verklaren dat je die woorden nooit gesproken hebt; ik ben ook daar in alle eerlijkheid de eenige gemeene man geweest.)
Tot zoover. Het artikel over Jacoba volgt apart.
Hartelijke groeten, ook van Bep en voor ‘Antje’, die goddank de Ilse-droomen in den weg staat,
een hand van je
E.
Méral - nog een gemeene man - zit in de gevangenis voor het werken met een ‘chèque sans provision’. Schreef ik dat al?
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag