E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, [3 juni 1935]
Parijs, 3 Juni.
Beste Menno,
Dank voor Otten's Angsten en voor je aanvullende woorden over Ducroo. Ik geloof dat alles wat je in deze brief zegt, waar is, ook de tegenstelling Heverlé-Hille. Maar Bella op de Divan, dat als hoofdstuk voor mijzelf twijfelachtig blijft, bevat bladzijden die ik liever geschreven zou hebben dan 9/10 van ‘Indië’. Misschien is je antipathie (of hoe je 't noemen wilt) tegen de discussie, gewoon een gevolg van je wonen in Holland, en van het feit dat je geen vrienden hebt die over deze dingen praten, als de Malraux' hier in Parijs. De holl. gesprekken gaan, ook psychologisch en intellectueel, meestal niet verder dan: ‘Hoe vind je dit, en wat denk je over dat?’ - terwijl zooiets hier aanleiding is, meestal, tot wat anders. In bepaalde kringen altijd!
Dat Jany uitgerekend diè zin zoo treffend vindt, is inderdaad... janyaansch.
Wat je over Vestdijk schrijft is woordelijk mijn gevoelen. Ik schreef hem een lange brief over zijn novellen; vraag hem die eens. Er staan geen geheimen in, en dan hoef ik het niet 2 × te doen.
Dat vraag-en-antwoord-artikel is dus van de baan. Toch geloof ik dat je een moment van depressie doormaakt, waarin je geneigd bent iedere ‘opvoedende kracht’, die in je eigen houding kan liggen, te ontkennen, en je lezerspeil af te stemmen naar je stomste lezers. Dit is op zichzelf niet verwonderlijk, en ik heb makkelijk praten van hieruit: als ik in jouw plaats was, had ik deze depressie al 10 × eerder gehad! Dat je nu ook uit Forum wil, kan ik mij al even goed indenken - maar voor mij is het optreden van Slau in dit opzicht veel fnuikender dan alle Vlamingen bijeen. (Voor jou misschien ook, après tout.) Hoe het zij, als je eruit gaat, moet Vestdijk toch iemand naast zich hebben, en ik geloof dat Marsman zich dan maar weer eens ‘opofferen’ moet. Vestdijk alleen loopt inderdaad gevaar de literaire positie al te erg au sérieux te nemen; het zou mij niets verwonderen als hij eindigde met tegen jou en mij te stemmen uit naam van God weet wat voor later gekomen criterium (‘perfectie van den vorm’ of zoo; literaire gasstoornissen geven soms rare darmkronkelingen). Op dit oogenblik ben jij zonder eenige twijfel het zuiverste stuk Forum; ‘zuiver’ in iedere beteekenis. Ga jij eruit en wordt Vestdijk ‘koning’, dan wordt het voor mij een totaal nieuw tijdschrift. Ik kan mij vergissen, en ik hoop het ernstig, maar dit gevoel zou ik hebben. Als Marsman er dan bij komt, voel ik mij veel geruster. Gek?
Dat briefje van dien boekhandelaar bij De dood betrapt is nog lang zoo gek niet, al oriënteert hij zich ongeveer als die juffrouw die mij schreef dat De Sm. Mensch haar zoo aan Het Land van Rembrandt deed denken. Een prachtig bewijs dat ‘flair’ en ‘intelligentie’ in dezen niet volstaan, dat men over meer ‘vergelijkingsmateriaal’ moet beschikken, en dùs over meer ‘cultuur’... Terwijl ik dit schrijf denk ik opeens aan Gans die over Ducroo
gaat schrijven in D.G.W. Op slag zal het daar een politiek boek gaan worden, zooiets als een bizondere reactie op Stavisky en Februari '34 - de heele rest een soort aanloop om tot deze reactie te komen! En ik likkebaard nu al van mijn eigen citaten.
Later beter. - Hartelijke groeten, ook voor Ant,
je
E.
P.S. Stuur je me nog één ex. van je kritiek, of liever, wil je die direct sturen aan: Mevrouw D. Simons-Posthumus, Ruysdaelstraat 882, Amsterdam? Dank! - Deze tante heeft Ducroo ‘verslonden’, met gesprekken en al!
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag