Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Den Haag, 4 oktober 1934
den Haag, 4 Oct. '34
Beste Eddy
Eerst een bittere desillusie: de Luto bleek al gesloten en vertrokken, toen je verzoek om een lot inkwam. Misschien zou je in Amsterdam iemand een poging kunnen laten ondernemen, want daar is het heele zaakje, meen ik, naar toe verplaatst.
Uit je brief sprak niet veel opgewektheid. Ik begrijp overigens geheel, dat je door al dit heen en weer trekken en zakelijke beslommeringen je concentratie op abstracte dingen kwijt bent. Maar maak Ducroo toch vooral af! Ik geloof zelfs, dat je het onder een zekere pressie nog goed zou schrijven, al hangt dat natuurlijk van de aard der pressie af. Zelf heb ik weer eens een bui, dat ik tegen de verdrukking ingroei en erkentelijk ben voor de afwezigheid van de vroegere schooluren. Deze drukte laat tenminste een zekere speling voor je eigen dagverdeeling, en daarom kan ik soms een paar uur vrijmaken om voor mezelf te werken. Hoofdzaak is, dat er geen lange tooneelavonden zijn, met als gevolg korte nachten; dat verdraagt mijn energie absoluut niet. Het Carnaval heb ik afgecorrigeerd. Ik zal de opdracht in je
exemplaar schrijven, maar stuur mij dan het ‘pampier’, waarvan je melding maakte, maar dat niet in de enveloppe zat!
Het cerebraliteitsprobleem hang ik voorloopig aan den kapstok. Alleen nog dit: de menschen, die jou ‘erg cerebraal’ noemen, zijn slechte beoordeelaars, die onder gevoel bij voorkeur corrupt verstand verstaan. Ik heb nooit een zuiverder romanticus ontmoet dan jij bent. Juist omdat je cerebrum ook perfect functionneert, is de romantiek des te absoluter en onafwijsbaarder. Morgen zend ik je drukwerk over Marsman en van Slau. Ook Kläuseli gaat dan gelijk weg. Tweede stuk van Slau is minder dan het eerste.
Jan Gr. is door de welingelichte boekhandelaren C. & V. beklaagd van 2 × over één boek te hebben geschreven: eens gunstig en eens ongunstig. Hij is er n.b. in Het Vad. op ingegaan en heeft een figuur geslagen, want het was inderdaad nogal gek.
Wij hebben sedert vandaag een heer Samuel Lewin in huis, een Poolsch-Joodsch auteur, die hier zonder een cent rondliep; hij zou nu naar Polen vertrekken (waar hij ook niets heeft), maar zijn vrouw moest plotseling geopereerd worden, en naar het ziekenhuis. Hij heeft zich nu hier ingekwartierd op mijn verzoek; het lijkt een bijzonder geschikte, bescheiden en zelfs intelligente man. Zelfs niet voorzien van het emigrantencomplex (hij is ook door de Hitlerei uit Berlijn verwijderd, waar hij al jaren woonde). De situatie is alleen nog wat vreemd.
Ik hoop zeer op een ‘reünie’ in Parijs! Het plan is te goed om niet met kracht te worden gekoesterd.
Gans heeft nog een paar heel goede brieven geschreven. Ze zijn alleen nog niet geplaatst.
Het beste met zaken en niet-zaken, dit laatste achteraan vanwege de historisch-materialistische inslag, die Marx-Engels bij mij teweeg brengt. En de hand, + h. gr. 2 × 2 van
je Menno
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag