E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, [26 januari 1934]
Parijs, 26 Januari.
Beste Menno,
Je brief is uitstekend en geeft mij het gevoel dat ik weer gemakkelijk en onbegrijpend ‘honderdpercentig’ heb gedaan. Dat is het toch niet. ‘Gemakkelijk’ is het althans allerminst; en ofschoon ik mij - na een brief als ik je schreef - direct afvraag of ik geen ongelijk heb, de zaak die beslist ontsnapt aan analyse en nawegen: ik kan alleen voelen waar ik sta en hoe ik ben. Het zal wel beroerd met mij afloopen; we zullen zien of het leven mij werkelijk drijft naar die ééne onmaatschappelijke consequentie die je noemt. Ik ben op dit punt ‘erfelijk belast’ - moge het mijn taak verlichten, als ik eraan toe ben.
Verder zou ik met je willen praten; tot schrijven kom ik niet meer. Ik las met plezier je stuk over Wagener en Malraux, waarvan het begin voortreffelijk was en bijna precies zoo in Forum had kunnen staan. Over mijn aanteekeningen, etc. schrijf ik nader; ik werk daar stevig aan, met alle zenuwen in trilling, op een andere manier dan literatuur tot dusver ooit mij dreef.
Misschien wordt het toch niets, maar ik kan het haast niet aannemen. Het lijkt op ‘de krant’ - het is alleen maar precies het tegendeel van wat een krant in wezen is! Ik wou dit later door de andere dingen van Ducroo heenwerken; we zullen zien.
Het stukje van Theun in D.G.W. las ik. Het is wel een van de infaamste gearriveerde stukjes die ik ooit las. Die wenschdroom van dit winkelierszoontje om zijn vijanden later ‘niet thuis’ te geven - het slot - is werkelijk teekenend. Ik heb Kramers geschreven om mij te schrappen als medewerker van D.G.W., sinds hij er zulke goede heeft; mijn naam zou werkelijk misstaan naast al deze ‘hardwerkende confraters’!
Als Ducroo verschijnt, weet ik precies wat mij te wachten staat. Ik vrees dat daarna noch Querido noch wie ook de proef herhaalt. ‘Van de pen leven’... enfin! Tahiti zal ook wel onmogelijk zijn (ik denk nu zelfs aan een ‘Tahiti’ dat in Spanje of Portugal liggen zou.)
Ik schrijf later eens beter, heb nu nogal stevige hoofdpijn en moet op andere brieven reageeren.
Hartelijk steeds je
E.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag