Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Eibergen, 22 augustus 1933
Eibergen, 22 Aug. '33
Beste Eddy
Je verschillende zendingen in dank ontvangen. Wij hadden een goede terugreis, zonder belangrijke avonturen, en zitten nu in Eibergen zoo'n beetje te vegeteeren tot nader order. Ik lees ijverig het Mémorial de St. Hélène en tracht me voortdurend te vergewissen van wat nu eigenlijk precies het verschil is tusschen de verhouding Napoleon: de las Cases en de verhouding Mussolini: Emil Ludwig. De heer d.l.C. is overigens wel een vervaarlijke zwamneus; maar ik volg Napoleon steeds met spanning. Het lijkt me, dat hij een volkomen ander mensch moet zijn geweest dan de Hitler's en andere comedianten.
Je verhalen zijn in deze vorm veel rationeeler; de dialogen er voor deden werkelijk niets ter zake, terwijl nu de argumentatie over de energie zin heeft. - Het gesprek is ook zeer geslaagd. Ik liet het Wim lezen, die het uitstekend kon volgen en zelfs den ‘dikken ijdeltuit B.’ spoorslags herkende. Hij maakt alleen bezwaar tegen je gelijkstelling van den notaris met de Donkerslooten c.s. en stelt de volgende dubbele hiërarchie voor:
Ik voel veel voor deze indeeling, waardoor het toch ook absoluut aanwezige verschil tusschen de Donkerslooten en notarissen duidelijk uitkomt. Diagonaalverhouding drukt (volgens Wim) in deze plattegrond de grootste wederzijdsche verachting uit; wat met het schema klopt.
Brief aan Greshoff stuur ik vandaag door. Maar ik kan hem over die panopticumhistorie van hier uit niets nieuws vertellen. - Ook Marsman schrijf ik dezer dagen. Wim was zeer verontwaardigd over zijn Drijfzand, dat hij ‘erger dan Coster’ vindt. (Zeker niet humoristisch!)
Voor het moment heb ik nog geen verder nieuws, noch ex-, noch interieur. Misschien gaan we nog een paar dagen naar Groningen aan het eind van de week, maar voorshands blijft mijn adres toch Eibergen.
hart. gr. van ons beiden voor jullie beiden
je
Menno
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag