E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Bellevue, [8 april 1933]
Bellevue, 8 April.
Beste Menno,
Je uitgebreide schrijven las ik met weemoedige gevoelens; die beroerdigheid laat je dus niet los. Enfin, denk eens wat er van mij worden moet, als ik ‘van de pen’ moet leven, met Simone en Gille op den achtergrond. Ik denk er liefst maar niet aan, en de pen is nù al bezig.
Wat je allemaal van Henny zegt, is allemaal even goed geargumenteerd, lijkt absoluut waar, en toch vergis je je ergens. Dat ondanks dit alles, of liever, alles wat hierop lijkt, een deel van Henny in dat boek zit, waardoor het toch lang niet de snert is, waar jij het voor aanziet, staat voor mij vast. Natuurlijk is het verre van iets werkelijk goeds; maar minder dan Vera is het zeker niet. - Je vergissing is, geloof ik, dat je Henny ervan verdenkt grooter te willen doen dan hij is. Ik geloof dat hij gemakkelijk even groot kan zijn als de personages en ‘problemen’ van dit boek, of al zijn poëzie moest ook snert zijn. Wat is er voor groots in een mijnheer die zijn tijd verslijt in keezen, en dan één juffrouw tegenkomt, met wie het keezen niet zoo gemakkelijk gaat? Ik geloof dat Henny als romancier te kort schiet en zijn (reëele, aanwezige) waarde - om niet ‘grootheid’ te zeggen - niet waar kan maken; dat zijn methode verkeerd is. Hij zou 10 × meer bereiken als hij precies kon zijn, inplaats van ‘mystisch’, ‘mysterieus’, min-of-meer ‘plechtig’. Ik zie de fouten zéér goed (heb je mijn briefkaart daarover nu ontvangen?) maar het positieve is alweer de inzet, dat wat Henny, en niet ‘een literator’ is. Hij is geen ‘literator’ ondanks zijn verkeerde eerbied voor literators-middelen, dàt is het. En dan,
nòg iets positiefs, ik vond dit alles werkelijk nogal boeiend. Ook als het traag werd, heb ik toch nooit het gevoel gehad van ‘houd nu maar op’. - Het is gek zooals Henny niets ziet van de waarde van Dumay, en jij niets van wat dit boek niet tot snert maakt; en jullie zijn er allebei op uit geweest, met absoluut andere middelen alleen, om ‘meer een roman’ te geven. Ik voeg erbij dat Dumay mij als zoodanig veel ‘gaver’, en geslaagder lijkt, dat ik objectief gesproken Dumay een 7+ zou geven en Henny net even een 5.
Maak je niet ongerust over mijn ‘medewerking’ aan Links richten. Bovendien, de literaire standing is iets waar ik vierkant lak aan heb, in een geval als dit. Ze vroegen mij te protesteeren tegen Hitler; ik zie er niet in het minst het nut van in, maar soit. Ik heb dus opgeschreven wat ik, zonder verdere ‘studie’, erover te zeggen had. Ik blijf gespannen uitzien naar jouw stuk. Verder neemt mijn ‘roman’ mij hevig in beslag.
Wanneer komt je Zieke klaar? ik bedoel: na hoeveel hoofdstukken? Zes, acht?
Later eens beter. Kom je met Paschen deze streken niet uit? Er is een héél geschikt hotel hier in de buurt, Zwitsersch, en met een erg aardig uitzicht. Kamer voor 2 personen met pension (vanaf 4,5 dagen) 50 frs. per persoon en per dag; kamer alleen met ontbijt, ik meen 35 frs. Misschien voelt Ant ervoor. Hartelijke groeten, ook van Bep, je
E.
P.S. - Ik wou nog altijd weten, bij gelegenheid, of Ant die Wilde nog aan Engelman gezonden heeft, en wat ik haar ervoor in de plaats mag sturen, in dat geval. Ik vroeg jou het mij te zeggen als zij dat niet doen wil; ik heb er geen idee van. Voelt ze voor Fransche auteurs? Welk soort?
P.S. - Ik verslond achter elkaar 2 Indische romans van Maurits (P.A. Daum). De man lijkt op Elsschot, ofschoon hij slordiger schrijft. Even raak, even eenvoudig, en rijker als ‘wereld’-op-papier. Je moet het eens probeeren.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag