E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Bellevue, [5 februari 1933]
Bellevue, Zondag.
Beste Menno,
Dank voor je antwoord dat vanmorgen kwam. De explicatie van Bep is nu ook naar je toe; gevolgd door een
redactioneel epistel van mijzelf. Als je alles opspaart, kan je op het heele pakje tegelijk antwoorden. Je moet werkelijk Harris door Kingsmill lezen; het is een zeer middelmatig boek, maar met vele interessante gegevens. De rel over Lawrence begint met Son of Woman van Murry; daarop werd ‘geantwoord’ door Mrs. Carswell in The Savage Pelgrimage; daarop weer door Murry in Reminiscences of D.H. Lawrence (juist verschenen) en tegelijkertijd is er een andere juffrouw over L. losgebroken in een boek dat heet Lorenzo in Taos en dat hevig flauwekullig moet zijn. De juffrouw heet Mabel Dodge-Sterne. Dat maakt dus vier boeken! -
Nu over Coster. Stuur je me niet alle Jap. exx. eerst op, om ze van handteekeningen en andere inscripties te voorzien? De exx. naar jou, Bouws en Nijkerk gaan dan van hier weer terug. Greshoff zal ook wel een ex. op Jap. willen (hij krijgt het mijne dan). Rest 6 exx. voor de verkoop (ad. fl. 10.- bv.) - Het stukje van Hussenot is geheel tot je beschikking, maar houd vooral 's mans schrijfwijze. Over Enigma en Perk maak ik een stukje voor D.G.W. - Later meer. Ik ben wat ‘krank’. Veel hartelijks van ons beiden, een hand van je
E.
Harris doet sterk denken aan Méral.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag