Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Eibergen]
Rotterdam, 23 juni 1933
R’dam, 23 Juni ’33
Lieve Ant
Ik kan Zaterdag den trein van kwart over één halen en ben dan 17.28 in Eibergen. Verwacht je daar aan het station te zien!
Mooi, dat het met Bert zoo snel en zoo goed verloopen is. Je moet nu in Eibergen maar niet al te veel visities maken, maar veel van de landelijkheid profiteeren. Het zou, dunkt me, wel eens mooi weer kunnen worden morgen.
Ik heb Woensdag de epiloog van het boek geschreven en mezelf daarmee tot werkelooze gepromoveerd. Eigenlijk kan alleen die vrijheid mij een volledig vacantiegevoel garandeeren. Vandaar dat ik gisteren allerlei prospecti voor Eddy verzond en - zoowaar heden al een bestelling boekte! Dat is één meer dan hij zelf, want de arme had na twee dagen loopen nihil verkocht. Hij en Bep komen in ieder geval in Augustus in Holland terug, want ze kunnen het niet meer uitzingen. Ik ga nu Maandag nog eens met Zijlstra praten over een mogelijk correctorsbaantje voor hem; tegelijk hoop ik dan den ‘Politicus zonder Partij’ te plaatsen.
Ingesloten nog eenige mij door Eddy gezonden documenten, die je wellicht zullen vermaken.
Tot morgen dus!
Veel liefs van
je Menno
Groet de ouders. Is het hek er al? Als ik hun was, zou ik daarover nog maar eerst eens peinzen.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum