Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Zutphen]
Rotterdam, 20 juni 1933
R’dam, 20 juni ‘33
Lieve Ant
Met onsteltenis verneem ik van je tegenslagen op logeergebied! Ik hoop, dat Bert er gauw boven op zal zijn. Wensch haar namens mij het allerbeste! Het komt nu dus goed uit, dat je er juist bent. Wat je inzake Eibergen doet, hoor ik dan nog wel; ik heb er in ieder geval mijn zinnen op gezet, naar de Achterhoek te gaan. Zooeven heb ik H.B.S.A. geëxamineerd, met Vic v.V., die waarachtig ook hierbij te laat wist te komen! Maar ik heb het heele stel voldoende gegeven.
De reis naar Amsterdam viel anders uit dan ik gedacht had. Vooreerst was de Pen-club een zoodanige compromitteerende oudewijvenbeweging, dat ik nog voor de stemming over de moties ben vertrokken en onmiddellijk als lid heb bedankt. Ik zal je er mondeling nog wel eens details van vertellen. De kegelclub van Zutfen is nog schranderder, levender, pittiger dan dit milieu. Hoogtepunten: Alb. Draayer-de Haas en dr. Hein Boeken, de ééne dik en rood, de ander kindsch. Ook zag ik het smartelijk vertrokken gezicht van Ina Boudier-Bakker. - Daarna bleken de ter Haar's niet thuis te zijn. Ik had op de Pen-club Dick Binnendijk ontmoet en trof hem 's avonds weer, toevallig, in ‘American’. Nu volgde, let wel, eindelijk de Groote Verzoendag. Wij dwaalden al pratend door Amsterdam en zetten een gesprek van voor twee jaar voort alsof er niets was gebeurd! Merkwaardig is alleen wel, dat hij met precies dezelfde problemen van vroeger zit. Huwelijk is bereids failliet (dit sub rosa); daarover heb ik naargeestige verhalen moeten hooren. Ook uiterlijk is D.A.M. B. dezelfde gebleven; hij heeft werkelijk veel van Max Donner, maar is veelminder verburgerlijkt en verstijfd. Intusschen houdt Z. Ed. nog altijd een wagen. Dat is toch wel prettig. - Met de laatste trein terug Zaterdag. Zondag met Wim gepasseerd.
Inmiddels kwamen er onheilspellende berichten van Eddy, die zijn laatste geld in een boekuitgave heeft gestoken, dat via prospecti verkocht moet worden. Er kwamen... twee bestellingen binnen! Nu moet de ongelukkige langs de huizen van doktoren, tandartsen en apothekers sjouwen, om het boek te ‘presenteeren’. Hij vond het verschrikkelijk, schreef hij me, maar er zat niets anders meer op. Ik heb nu vast 3 ex. van dat boek (zie ingesloten prospectus) besteld, om ze aan den man te brengen (à f 9). Als je dus een geneesman weet, die ev. bewerkt zou kunnen worden, schrijf me dan zijn adres vooral, want ik wil bovendien ook nog wat prospecti rondzenden.
Ik hoop morgen de epiloog van mijn boek te schrijven; dan is het af en ben ik voorloopig ‘werkeloos’. Zou je er voor voelen, dezen zomer naar Sils Maria te gaan, voor een paar dagen? Ik wou zoo graag eens zien, waar Nietzsche gewerkt had, en het schijnt een schitterend mooie natuur te zijn. Enfin, ik voel er voor, ook reizen zooveel mogelijk te improviseeren.
In ieder geval wacht ik nu op nadere berichten van je.
Het beste, en veel liefs van
je Menno
Groet allen zeer hartelijk! Van die brieven uit Tiel begrijp ik niet goed. Natuurlijk mag je ze lezen! Ongunstiger dan ik mij nu voordoe zal ik toch daardoor wel niet worden?
Vind je tijd ‘Dumay’ te corrigeeren? Niet alleen drukfouten, maar ook thee, baby's etc. etc.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum