jullie beiden gelijk te geven, omdat ik jullie beide zoo ontzaglijk sympathiek vind naast de Goerings en consorten, en de verschillen te weinig tel, nu de overeenkomsten al het andere in de schaduw stellen. Maar misschien voel je dit in Indië niet zoo. De hemel geve trouwens, dat er weer een tijd komt, waarin ik niet zoo welwillend en verzoenend denk. Maar om het ware pleizier in de nuance, in de onderscheiding, in het schrijven te hebben, is een zekere mate van onbezorgdheid onmisbaar; een zekere veiligheid van de toekomst op de korte baan is, dat blijkt mij steeds meer, een noodzakelijkheid voor ‘cultuurarbeid’; in de sfeer van ultimatums en andere chantage, van bombardementen op Barcelona, is het eenige wat overblijft: gejaagdheid, met als recept: koffie Hag, en wat pleizier in de weinige dingen, die het leven van alledag nog oplevert.
Bep vraagt mij om over Ant te schrijven. Nu, ik ben te beroerd om goed te schrijven, maar dit kan ik wel zeggen: zonder haar was ik momenteel niet in staat het hoofd boven water te houden. Zij heeft meer gewone vitaliteit dan ik, en minder behoefte aan cultuur, maar zij begrijpt precies, hoe voor mij die twee dingen in elkaar grijpen. Meer heb ik niet noodig; ik heb zelden zoozeer het gevoel gehad als in deze dagen van volkomen lusteloosheid en onverschilligheid tegenover mijn werk, dat ik gelukkig getrouwd ben, en dat ook daarin een stuk ‘einmalige’ cultuur steekt, dat met abstracte recepten over ‘het’ huwelijk en ‘de’ liefde spot. Ja, zelfs de uitdrukking ‘gelukkig getrouwd’ is al paskwillig, want die term legt precies de nadruk op wat weer algemeen en dus onpersoonlijk-secundair is: het geluk en het trouwen. Primair is, dat wij ons de heele onderneming leven moeilijk meer zonder deze ‘eenheid’ zouden kunnen voorstellen, ik misschien minder nog dan Ant, die in wezen veel fatalistischer is dan ik. Ik ontdek steeds meer beschamende dingen in mezelf, zoo b.v. de begeerte om nog lang te leven, en (contra Nietzsche, althans in politieken zin) ongevaarlijk te leven. Neem voor ditmaal dit geklets in de ruimte, met enkele lichtpunten hoop ik, zoo het punt Ant, want dat moet dunkt mij ook via dezen stijl nog iets lichtends hebben, voor lief. Spoedig be-