menschen als De Man en Dekker aan den gang zie, vergeet ik plotseling al mijn amendementen op bepaalde gedragingen van Vestdijk, die, hoe je het ook ziet, een fabelachtig phaenomeen is naast deze leveranciers voor roomsche en roode leesportefeuilles, en bovendien iemand, die zich niet grooter, verhevener, karaktervaster etc. voor doet dan hij is. Hij is eigenlijk erg aardig, wanneer je bepaalde gevoelens van vriendschap eenmaal hebt uitgeschakeld; en ik heb hoop, dat hij, nu de N.R.C. hem een (overigens belachelijk kleine) vaste basis geeft, een beetje de angst zal kwijtraken om door slechte critieken op een ander slechte critieken van een ander terug te krijgen. En stuk van zijn voorzichtigheid en toegeeflijkheid verklaar ik, na een recent gesprek met hem, als misschien niet heroïeke maar wel begrijpelijke angst voor het brood. Vooral na de debacle van Meneer Visser schijnt die angst hem ontzettend beet te hebben gehad. Het Vijfde Zegel is (hoe zou het anders) zijn eerste boekhandelsucces, waar hij zelf gelukkig met de noodige ironie op reageert.
Dat de bedoelingen van Rougemont je vaag bleven, ligt misschien aan hem, maar zeker aan mij, want mijn stuk was niet gelukt: veel te expliceerend, academisch zelfs, en te weinig partij. Wat ik precies over hem te zeggen heb, hoop ik binnenkort in Gr. Ned. te schrijven, waar ik volkomen vrij ben van de verplichting tot ‘uitleggen’. Ook dan zal nog wel vaag blijven wat Rougemont wil, maar, als het stuk goed wordt, dan niet door mijn schuld.
Ik ga de volgende week naar Moll, want het boekje over Luther (dat ik je toezend) is dezer dagen gerevideerd geraakt en het manuscript kan dus ‘in de kast’. Als het gesprek iets belangrijks oplevert, zal ik je direct schrijven.
Ant en ik zijn eenige malen op mysterieuze wijze vergiftigd! Na den koffiemaaltijd. Jan, die hier laatst logeerde, vertoonde plotseling ook de verschijnselen; het was een fraaie geschiedenis. Het vervelende is, dat noch de dokter, noch de chemicus, die erbij gehaald zijn, de oorzaak kunnen vinden. De symptomen zijn die van een acute arsenicumvergiftiging. Bij de ergste aanval ben ik volkomen leeggebraakt (16 ×). Goena goena? Ik