vriendschappelijke bedoelingen, toen je zoo schreef als je schreef; maar ik wil alleen de vaste overtuiging hebben, dat je ook mijn gedrag als gelijkwaardig goed bedoeld erkent. Het meeningsverschil over de ‘élite’, dat ik voor essentieel genoeg houd, heeft mij in 't minst niet vervreemd van je persoonlijkheid; het lijkt me alleen hoog tijd om nu dat meeningsverschil aan andere objecten te gaan toetsen dan Saks en Schilt. Hoe onbegrijpelijk mij overigens sommige van je reacties blijven, bewijst mijn verontwaardiging over het stukje van Halbo C. Kool betreffende Coster, dat jou blijkbaar heelemaal niet boos maakte. Wanneer je daarvoor je medewerking aan Gr.Ned. zou hebben opgezegd, zou het me in het geheel niet verwonderd hebben. Ik heb Jan er direct over geschreven, en hij heeft ook royaal zijn fout in dezen erkend. Lieve god, wat een zielig en fluimig rotstukje, en wat een argumenten over dezen ‘kunstrij’-humanist! Als belooning heeft Kool nu de eereplaats in De Stem van Sept.! Hij is bovendien secretaris van den nieuwen hoofdredacteur van Het Volk, en heeft een bolhoed gekocht. De zooveelste capitulatie, het zooveelste verraad inderdaad, van een heel klein ‘klerkje’. Je stuk in het B.N. is een goede uiteenzetting van de Christenen, waarvoor ik je hartelijk dankbaar ben. Ja, het probleem van de ‘élite’ kun je beter voor een andere plaats bewaren. Er wordt veel over het boek geschreven; de domineeswereld is zelfs ietwat verschrikt, maar de gebruikelijke argumenten brengen deze Pfaffenmentaliteit alweer gauw tot rust. Er is eigenlijk één heel goed critisch stuk over verschenen: van een student Gomperts in Propria Cures, onder het motto: ‘Uzeltje wou niet naar school toe gaan, of ze moet gedragen zijn door de klare maneschijn.’ Het stuk is zoo
aardig, dat ik het je zal sturen (als drukwerk). Ik ontmoette dezen Gomperts later; hij is een erg geschikte jongen, merkwaardigerwijze zeer eenzijdig belezen, zoodat ik hem attent moest maken op Het Land van Herkomst en De Smalle Mens! Maar een eenzijdigheid, die meer voortvloeit uit afkeer van het ‘programmatisch lezen’ en van de Holl. litteratuur, dan uit gebrek aan belangstelling.
Verder is er niet veel nieuws, voorlopig. Ik maak notities voor