jij bent in Holland in staat tot het schrijven van zooiets origineels en sterks tegelijk. Ik aanvaard deze ‘paradox’ totaal, al zullen de bezwaren dat je niet genoeg ‘historisch differencieert’ wel niet van de lucht zijn. Of iets is de moeite waard om met oorspronkelijkheid gezien en geformuleerd te worden, òf men mag alleen apprecieeren wat volgens de traditie, de leer, het vak en de sleur wordt ‘opgebouwd’. Ik voorzie groote gesprekken over jou - ook als historicus - met mijn a.s. ‘chef’ op het Landsarchief, Dr. Verhoeven, groot bewonderaar en 100% leerling van Huizinga, en met Samkalden die - ofschoon hij je door dik en dun bewondert - zoo gewetensvol marxist tracht te zijn. Tusschen haakjes: ik ontdekte nòg een groot lezer en bewonderaar van je, een zich als jij aan het vrijzinnige ontworsteld-voelende ziel; Mr. C. Binnerts, die, gegeven het kader en de toehoorders, zeer intelligente radiolezingen houdt te Batavia over literatuur (Deze man heeft zich nu op mijn verzoek, hoewel via de firma Wolters, waar hij ‘p.p.’ van is of zoo, op Gr.Ned. geabonneerd.) Zou je je Christenen niet, met een paar vriendelijke woorden erin, willen zenden aan: Mr. H. Samkalden, Algemeene Secretarie, Buitenzorg? We vragen ons nl. af wie je boek voor het Bat. Nwsbl. bespreken zal: Samkalden of ik. Ik denk dat hij wel zich terugtrekken zal en dat het dan op mij neerkomt. Dit zou mij in zoover genoegen doen, dat het mij opnieuw de gelegenheid gaf in het openbaar mijn positie te bepalen tegenover onzen subtielen en voortreffelijken essayst Menno ter Braak. - Wat mijn vriend Menno betreft, daar heb ik momenteel doodgewoon schijt aan, met permissie gezegd. Ik vind je net zoo'n ‘verrader’ als Jan, net zoo'n would-be-maatschappelijke, onbegrijpende kloen.
Het eenige verschil is nog, dat Jan mij welwillende, hopeloos belabberd-geredeneerde brieven zendt, waar ik, werkelijk met de ellendigste gevoelens, op moet antwoorden (ik schreef nu weer een brief van 8 kantjes naar Juan-les-Pins) en dat jij tenminste schijnt te hebben ingezien dat we elkaar niet meer begrijpen zullen. Jullie vinden mij dwaas, ik vind jullie misselijk. De nieuwste draai is nu: dat wij vriendschap moeten scheiden van