Moeten er ook portretten bij? Ik kan hier in Indië wschl. eenige ongepubliceerde portretten opsporen, bv. dat van den resident v. Bantam C.P. Brest van Kempen (Slijmering uit Havelaar!) en van den controleur Langeveldt van Hemert (Verbrugge).
Voor de inleiding is Stuiveling misschien beter dan jij (voor 't publiek). Ik heb natuurlijk liever jou. [Maar misschien is jouw boekje voor de Vr. Bladen de beste inleiding die men zich hiervoor denken kan. Wil men een meer ‘encyclopaedische’ noot, dan kan ik mij geen beter boekje denken dan dat van Mevr. Van den Bergh van Eysinga-Elias. Of moet het ‘socialistisch?’] Met dat al: zeg aan den heer Gans dat ik nu dat boek over Mult. af heb, dat 't het compleetste is over hem tot 1857, dus tot hij, na de Lebak-zaak, Indië verlaat. Mijn bedoeling is: een 2o deel te schrijven over ‘Multatuli den schrijver,’ als dit boek succes heeft. Is dit boek intusschen niet de beste inleiding? Ik bedoel: als Becht dit boek neemt inpl. van Querido (daar deze laatste zoo weinig enthousiast is kom ik misschien nog van hem af) en mij het 2o deel laat maken, dan wordt de Mult. editie zooveel deelen + 2 dln. biografie vooraf, wat misschien het allerbeste is, als het budget zooiets toelaat.
Of wil men alleen de werken en niet de brieven erbij? Laat Gans mij dit alles precies opgeven, als het zoover komt, en ook wat ik per maand of per deel voor het werk krijg. Bovenal moet ik weten wat de tekst-kritische noten precies moeten zijn. Men kan dit omslachtig en ‘geleerd’ aanpakken, maar ook vlot en kort. Moeten de varianten er overal bij? Of kiest men één tekst? Bv. voor de Max Havelaar de tekst van 1875 (die van de geïll. editie van Meulenhoff), die beter is dan de laatste revisie (die van de Garmond-ed.)
Je weet niet hoe dit plan mij toelacht - als er nu maar wat van komt! De kop-uitgave is alleen nog maar bruin-gevlekt te krijgen, de Garmond-ed. knettert van de drukfouten. Als men ditmaal met portretten enz. mag werken en niet op rotpapier, kan het de editie worden voor de eeuwigheid. (die van Vondel; de eeuwigheid bedoel ik.) En waarom ook niet? Als Vondel de plaats van Racine voor ons inneemt, dan is Multatuli toch zeker