Ik; dat hij dus meespreekt, verzwaart gewoon het essay, en legt teveel explicatiefs in een betoog dat je best zelf in zijn geheel voor je verantwoording zou kunnen nemen. Hier voegt Eddy aan toe: ‘je zou beter een soort Rêveries d'un Promeneur Solitaire kunnen schrijven, als je aan de “objectieven” essay ontkomen wilt’.
Gijsb. en Ik maken elkaar stroef, en (zegt Eddy weer:) knappen tegelijk het contact tusschen lezer en betoog af. De dialoogvorm maakt, vind ik, je beredeneering een beetje vervelend, wat ik ze nog nooit, en ook niet op zijn allerabstractst, gevonden heb.
Overigens is het vol ideeën, en dat van die oogopslag heel geslaagd.
We vinden het jammer dat je al weer weg bent. Eddy wil ook nog iets zeggen, maar voelt zich lamgeslagen. Hartelijke groeten aan jullie beiden
Bep.
P.S. Vraag je aan Wim wat ik lezen kan over de nieuwste biologie, en denk je bij gelegenheid eens aan me voor de titels van die geschriften van De Stercke?
Beste Menno, Ik weet niet wat ik sinds gisteren heb, maar het is treurig zooals ik mij voel. Misschien is het gewoon ‘griep onder de leden’, gegeven dit rotweer.
Hoe het zij: ik ben het geheel met Bep eens wat die dialogen betreft, en ik geloof dat je je nieuwe boek totaal verpesten zult, als je het zoo volschrijft. Maak monologen, als je de ontwikkeling van je gedachten wilt aangeven, of ‘dialogue intérieur’ (in het essayistische genre nog niet toegepast, voor zoover ik weet), of rêveries, maar trap dien meneer Gijsbertus uit je boek, volgens het beste Mussert-procédé. Het is een schim die nergens toe dient dan om je ‘wereld’ traag en onwaarschijnlijk te maken. Wil je per se een dialoog, dan moet je er veel harder aan werken en van dien Gijs een mensch zien te maken. Het hoeft niet zóó geromanceerd te worden als Dialogue d'Eleuthère, maar jouw dialoog is nog valscher dan die van Corydon, een boekje dat ik je aanraad te lezen als type van valsche dialoog. - En zeg je dat dit