‘gededuceerd’); je ontmoeting met haar en dat ze haar baantje al opgegeven had (dat heb je me inderdaad verteld). [En après tout, laat de nadruk erop vallen dat Wijdenes een roman-personage is en blijft, ondanks alle geklets daarover in Holland en van Van Uytvanck! Natuurlijk op jou geïnspireerd - dat is onmiskenbaar - maar met allerlei verschillen en tot in gesprekken die jij nooit gehouden hebt, zelfs niet met Ducroo-Dúperon]. Als het gewoon bij de onaangenaamheid van mijn schrijverij blijft, dan wordt het een storm in een glas water, dunkt me, waarin ik de gemeene man ben; een rol die ik niet alleen met alle bereidvaardigheid op me wil nemen, maar die ik niet het gegeven geval verdien. Het is nog altijd minder erg dat jij mij in vertrouwen die historie verteld zou hebben, dan om die historie in een boek te zetten! - Maar tenslotte, als het zoover komt dat zij een klacht wil indienen of mij per brief uitmaken voor al wat leelijk is, dan is dat een kwestie die mij weer betreft, en die ik dan ook alweer heb verdiend.
Het spijt mij erg dat ik deze rothistorie over jou gehaald heb, en het spijt mij zelfs dat ik haar nu kwets, al vind ik haar meer zielig dan sympathiek. Maar de Kring-heer Van Uytvanck heeft hierna iets van me te goed; ik hoop dat hij vandaag of morgen eens bij mij spionneeren komt.
In géén geval uit verkeerde trots toegeven dàt je mij die dingen hebt verteld. Als het alleen een zaak was tusschen jou en haar, of jou, haar en mij, dan zou dat nog gaan, - maar het zou te stom zijn om de minste vat te geven aan mogelijke nazi-advocaten [In België heeft een heer een klacht ingediend omdat hij zich doorloopend herkend had in een romanpersonage dat le Grand Imbécile genoemd werd. Toen hij voldoende had aangetoond dat het niemand anders dan hij kòn zijn, heeft hij het proces gewonnen ook!], met kluge Herren en Van Uytvancks op den achtergrond.
Schrijf mij even wat je doet, en houd me op de hoogte.
Hier komt Bep:
P.S. - Ik schrijf gelijk hiermee aan Querido dat hij je een ex.
L.v.H. zendt; het is niet meer dan billijk dat het ditmaal van mij