887. E. du Perron aan M. ter Braak
Parijs, Woensdag. [11 December 1935]
aant.
Beste Menno, Ik lees met steeds meer genoegen - ook waar ik het niet met hem ‘eens’ ben - der Stirner. Het heele positieve negativisme van Nietzsche, alles wat beslist en overtuigd afbreken is van oude, en meest ‘religieuze’, waarheden, is hier al compleet in. Alleen is Nietzsche veel grooter schrijver, veel boeiender en veelzijdiger, maar ook, helaas... religieuzer. En dat is waarom Gide hem zoo groot en Stirner zoo plat vindt. En waar ik Gide afval.
Maar de tijd in aanmerking genomen: na Hegel en tusschen Marx en Feuerbach, moet deze Stirner een zeer koppig en moedig man geweest zijn, inderdaad ‘een vent’.
Je brief ben ik kwijtgeraakt, in de autobus of zoo. Maar ik weet nog wel wat erin staat. Huizinga is fraai. Wat je waardeering voor mijn Vestdijk stuk betreft, - V. zelf is er zeer tevreden over, met uitzondering, geloof ik, van mijn opinie over zijn Bruine Vriend, - ik kan die nog allerminst deelen. Alleen stukken ervan zijn voor mij goed. En de manier van schrijven is eig. overal beroerd.
Die rel van De Beul is prachtig! die dominee!... [Goebbels + Calvijn, de uiterste laagheid.] En dat je tegenover dit gedaas nog een stuk verdedigen moet dat ongetwijfeld een lor is. De politiek brengt iemand ver van honk.
Bep vraagt of je Uit het leven van een Denkende Vrouw bezit van Carry van Bruggen (ps. Justine Abbing)? Zij zou het graag lezen, in verband ook met haar stuk over mevr. Romein.
Claartje is dus door de N.S.B.-kwaal van haar exgemaal aangetast. Arm kind. Als men nazi-Duitschland weergeeft moet men dat dus anders doen dan als ‘moord en sadisme’; dat is héél onjuist en ongepast! Het spijt mij altijd, als ik zulke dingen lees, dat ik den schrijver niet even ergens spreken kan. - Het stuk van Blijstra is ook krankjorem; daar heb je nu de Hollander die denkt on-hollandsch geworden te zijn, die leutert met dit ‘begrip’.
Stuur mij over eenigen tijd, als je deze boeken hebt: Sprokkelin-